Wat wordt ons Brabantse beleid voor milieu en water? Op 4 december spraken Provinciale Staten erover. Het begon goed, toen VVD-Statenlid Alex Panhuizen riep dat “de VVD zich keihard verantwoordelijk voelt voor de gevolgen van klimaatverandering.” Vervolgens benadrukten weinig fracties het belang van een gezonde en schone leefomgeving. Wel was er veel opportunistische klimaatpraat (Top in Parijs! Journalisten luisteren mee!) . GroenLinks was uiteraard wel scherp op groen. Op 18 december stemmen we over de moties, waarvan GroenLinks er 3 heeft ingediend en van 3 mede-indiener is.

Het Provinciale Milieu- en Waterplan zet de kaders voor een Brabant waar mens, plant en dier gezond en prettig kunnen leven. Dit gaat, geheel in lijn met de Agenda van Brabant, in toenemende mate vanuit partners gebeuren en niet meer door de provincie zelf. In de commissie op 20 november kwam het al aan de orde: partners zitten vrijwillig in dit plan, je kunt ze niet dwingen om een tandje bij te zetten. Wat doet de Gedeputeerde als partners alleen het absolute minimale doen aan ecologische verbetering? Graag zouden we ook horen over hoe dit Plan zich precies verhoudt tot de nieuwe Omgevingsvisie en of en wanneer Brabant van plan is om met een eigen Natuurvisie te komen. Daarvan zou onze fractie een groot voorstander zijn, mede gezien de mogelijkheden om gebieden aan te wijzen met een hoger beschermingsregime.

Weidevogels

Voor sommige soorten kunnen we ons niet permitteren om zolang te wachten. Samen met ChristenUnie/SGP, de Partij voor de Dieren en de Partij van de Arbeid diende GroenLinks de motie Weidevogels Welkom in, met als doel om de scherp dalende lijn in de weidevogelstand vanuit effectieve good practices in Brabant tot stand te brengen of hopelijk zelfs omhoog te krijgen. Gaan we het succes volgen van Rik Grashoff (GroenLinks) en Henk Leenders (PvdA) in de Tweede Kamer? We weten het op 18 december, als de Staten over de moties stemmen.

Veel geld voor bedrijven

We hebben momenteel in Brabant ‘het meest groene provinciale bestuur ooit’. Onze fractie verbaast zich erover dat er in dit kader geen grotere milieubeschermingsambitie is gekozen. Weliswaar zijn kaders altijd abstract, maar kunnen ze nog wel stevig zijn. In het Statenvoorstel wordt gesteld dat we met dit plan bovenop wettelijke taken ambities zetten. Maar we weten allemaal dat die pas bestuurlijk serieus te nemen zijn als er geld aan vast zit. En van dat geld hebben we, na de Begrotingsbehandeling op 13 november, al een belangrijk deel – ruim 11,5 miljoen euro - bestemd. Dat gaat naar dijkverhoging en zoetwaterinlaat, voor een belangrijk deel naar de landbouw.

Meer bescherming gewenst!

Als het aan GroenLinks ligt, zetten we veel stevigere kaders voor bescherming. Niet alleen bescherming van droge voeten, drinkwater en landbouw. Maar ook en vooral de bescherming van onze gezondheid en onze natuur. Nu én later. Daarom scharen wij ons van harte achter de motie van de PvdA voor beleid ten aanzien van lozingen van mestverwerkingsinstallaties waarover onze fractie eerder Statenvragen stelde. En zeker ook achter de motie van de Partij van de Dieren om de Milieu Effect Rapportage (MER)-adviezen te integreren in het grondwaterbeleid. Van beide moties zijn wij mede-indiener.

Omgevingsvisie

Van lage visstand tot gif en zware metalen: de stand van de natuur is een weerspiegeling van hoe de balans vaak uitvalt hier in Brabant: economische belangen op korte termijn krijgen de doorslag. De ecologieprestaties ten aanzien van ons water stemmen ons niet vrolijk. We gaan de KRW-doelen van zijn lang zal zijn leve niet halen. Toch willen we er zeker van zijn dat Gedeputeerde Staten er alles aan doet om wél te voldoen aan Europese normering die overigens al lager liggen dan wij als groene partij zouden willen zien. We zullen er scherp op toezien dat natuur en waterkwaliteit een prominente rol krijgen in de nieuwe Omgevingsvisie en een onderliggende Brabantse natuurvisie. Bijvoorbeeld waar het ’t aanwijzen van gebieden met specifieke soortenbescherming betreft.

Luchtkwaliteit

We willen dat Brabant doorpakt waar het metingen van fijnstof betreft. We zijn zwaar ondervertegenwoordigd in het Landelijk Meetwerk Luchtkwaliteit van het RIVM, als tweede economie van Nederland nota bene, en het ontbreekt ons daarom aan feitelijke kennis om goed regionaal beleid te kunnen voeren. Daarom dienden we een motie in.

Landbouwgif

En áls je meet, durf dan ook meer te handelen als de uitkomsten zorgwekkend zijn. Zoals dit geldt voor waterstofsulfide, zojuist behandeld door de PvdA met steun van ons en neonicotinoïden, waar onze vierde motie over gaat.

Statenlid Hagar Roijackers: “Aan het eind van mijn bijdrage deed ik een oproep aan mijn mede-Statenleden om voorbij de waan van de dag te gaan: als de natuur, of zo je wilt het rentmeesterschap over dit stuk Aarde, je aan het hart gaat – stem dan mee met onze belangrijke moties.”