Tijdens werkbezoeken krijgt GroenLinks Brabant soms vragen over de prijs van onze vergunningen, de leges. Pakt die wel goed uit voor kleinere veehouders? Dus veehouders die niet gaan voor grootschaligheid en industrialisatie, maar voor streekproducten of biologisch? GroenLinks vroeg per motie om te onderzoeken of de natuurbeschermingsvergunning voortaan naar bedrijfsgrootte en draagkracht kan.

Hoe verhoudt het legesbedrag  voor een Nb-vergunning van 3.124 euro in Noord-Brabant zich tot dat van andere provincies? Dat is interessant. Wij blijken aanzienlijk af te wijken van aangrenzende veedichte provincies. Ondernemers in Limburg betalen een variabel tarief, tussen de 2.529 en de 18.000, waarbij het laatste bedrag wordt gevraagd van grote industriële bedrijven en wegenbouwers. In Gelderland varieert het tarief ook. 

GroenLinks steunt het streven van de provincie naar zorgvuldig en precies ramen. Daarbij ziet onze fractie ook graag dat ondernemers naar bedrijfsgrootte en draagkracht worden belast. Binnen de kostendekkendheid in totaal, dus niet per individuele aanvraag. Dat is wel zo eerlijk. En het past in de transitie naar een duurzame veehouderij die meer inclusief en meervormig gaat zijn. Als we van de eenvormige veehouderij af willen, moeten we geen eenvormige leges hebben. 

Daarom dienden we een motie in om te onderzoeken hoe de leges gedifferentieerd kan worden voor Onderdeel 6.1. van de Legesverordening. En dit voor liefst nog voor de Perspectiefnota 2018 aan PS voor te leggen. Tezamen met de resultaten op basis van de uitgekristalliseerde uitvoeringstaken vanuit de nieuwe Wet Natuurbescherming, die we eerder bespraken in diezelfde PS-vergadering van 15 december 2017.

Op die manier kan er bij de begroting van 2019 een definitief financieel beeld worden geschetst. En zowel realistisch en kostendekkend als eerlijk worden geraamd. Wij kregen daarbij de steun van acht andere fracties. Alleen VVD en CDA stemden tegen.