“Daar staan we weer in dit huis. Met wijzigingen van de interim-Omgevingsverordening. Kleine wijzigingen weliswaar, maar toch hele ingrijpende. Het is een belangrijke verordening, de belángrijkste verordening. Volgens Gedeputeerde Van Merriënboer de meest gezochte term op onze provinciale website. En niet voor niets. “ Zo opende Hagar Roijackers haar betoog.
Het vervolg
"Voorzitter, we staan na juli 2017 en na oktober 2019 nu opnieuw te debatteren over een de Omgevingsverordening. Maar wel in een nieuw licht. Vanuit dit andere perspectief herhaal ik enkele van mijn woorden. Misschien ook handig voor de Statenleden die in 2017 nog niet onder ons waren, of die geen verkiezingsprogramma hebben om hun Brabantse ruimtelijke beleid op te enten nu.
De provincie is ruimtelijk regisseur. Deze ruimte krijgt vorm via de kaders en uitwerking van ons beleid hier. Waarbij elke nieuwe coalitiesamenstelling, zo sprak ik ook in oktober, geen leeg canvas krijgt. Maar veeleer moet puzzelen binnen het bestaande en befaamde Brabantse mozaïek. Het is passen met een schoenlepel.
Er zal geen Brabantse bestuurder zijn, zo betoogde ik al eerder, die niet regelmatig verzucht: hadden we maar meer ruimte. Of: zuurstof! Na een werkbezoek, uitwisseling met pioniers, na de zorgen te hebben gehoord van ondernemers die zich knel voelen zitten, ook op deze Valentijnsdag vol boeren-dates. Of juist na een gesprek met artsen over de naar verhouding slechtere gezondheid van Brabanders (zo benadrukten ook enkele insprekers vanmorgen).
Hadden we maar meer ruimte, konden we maar meer doen, ons vrijer bewegen, meer mogelijk maken. Zuurstof!
En dat kan gelukkig ook nog steeds, maar dan moet je wel durven kiezen. Zoals onze Commissaris altijd zegt, u voorzitter: de afdeling gemakkelijke oplossingen is dicht. Lang niet alles kan. Tenzij natuurlijk, tenzij je de feiten ontkent. Ontkent dat we onze bodem uitputten, ontkent dat we onze natuurlijke hulpbronnen in rap tempo opsouperen, ontkent dat we al talloze soorten van Brabantse bodem hebben verdreven, dat we in de race om minder boeren en meer beesten (want wereldmarkt en onbelemmerde autonome groei) even vergeten zijn ten koste van wat onze exportgedreven strategie eigenlijk allemaal gaat.
De ruimte gaat over ons allemaal. En daarin is het van groot belang om te blijven kijken of het allemaal evenwichtig aan bod komt. Zeker nu de traditie van het verstandige midden dreigt te worden losgelaten.
Omdat de vorige Statenvergadering met de interim-Omgevingsverordening wat auditief en visueel werd gekleurd door een groep betrokken Brabanders buiten, toch weer even deze video in herhaling van de Britse geograaf Daniel Raven Ellison:
https://www.youtube.com/watch?v=u-yW-fjuIdI&feature=youtu.be
Wat GroenLinks betreft: goede vraag - jazeker, doen. En juist met die landeigenaren samen, want we moeten het in de traditie van samenwerking doen hier in Brabant. Samen de balans realiseren tussen economie en ecologie. Natuur veel meer onderdeel laten zijn van ons landelijk gebied. We hebben daarom begrip voor de uitzonderingen die in deze IOV bedongen zijn. Voor innovatieve stallen, voor stoppers, voor systemen die nog moeten worden uitontwikkeld.
Waarbij we de voorlopers belonen! En bestaande en aankomende agrarisch ondernemers stimuleren om ecologisch en sociale voorloper te worden! We dienen dan ook graag de motie in samen met D66 [partijen noemen] om jongveestallen bij natuurinclusieve melkveehouders uit te zonderen van de stikstofregels. Omdat deze bedrijven al extensief werken en gestimuleerd moeten worden door ons als provinciale overheid.
We hebben in Nederland en zeker in Brabant immers een achterstand in te halen als het gaat over ons aandeel in de biologische productie. GroenLinks memoreerde dit al eerder en vaker. Voor intensieve producten zijn we een grote exporteur. Maar voor bio blijft het aandeel hangen op enkele procenten, en moeten we de meeste producten helaas nog importeren. Maar daar laten de voorlopers zich niet door uit het veld slaan, en die maken nu al de heerlijkste producten. Nu de erkenning nog vanuit onze ons. Zodat ze het hoofd boven water kunnen blijven houden.
Er leven nog meer zorgen bij die voorlopers, voorzitter. GroenLinks spreekt regelmatig met boeren die al in balans werken met hun sociale en ecologische omgeving. En krijgt dan te horen over systemen voor emissiereductie die nog volop in ontwikkeling zijn, maar niet nog zijn uitontwikkeld. Die op een natuurlijke, energiezuinige manier de mest bewerken, wat positieve effecten geeft in de stal en op het land. Hierover stelde ik vanmorgen al technische vragen.
Voorzitter, ik sluit af. GroenLinks steunt de IOV zoals deze nu voorligt, met de huidige data. Vanuit fatsoenlijk bestuur moeten de data die we in oktober vaststelden een stukje naar achter worden geschoven. Maar vanuit bescherming van onze natuur moeten die data daar vervolgens wel gewoon blijven staan.
GroenLinks sluit af met dezelfde wens als in oktober, mét een toevoeging: hopelijk krijgen we er meer boeren bij - als landschapshoeders, voedseldocenten en natuurontwikkelaars. En blijven we onze natuur, ondanks alles wat er nu bestuurlijk gaande is, actief beschermen.