Van meet af aan is GroenLinks kritisch geweest over de opzet van een Breedbandfonds. Een fonds om er voor te zorgen dat ieder huishouden en ieder bedrijf in Brabant wordt aangesloten op het glasvezelnetwerk. Een netwerk waarmee snel internetverkeer mogelijk wordt. Niet dat we tegen verglazing zijn. In tegendeel.
Maar wel dat we met publieke middelen, particuliere initiatieven in een monopolie-positie brengen. Dan liever met publieke middelen een nutsbedrijf oprichten. Dan houden we met zijn allen grip op het netwerk.
Maar zover komt het niet. Niet van een nutsbedrijf, maar ook niet van een Breedbandfonds. Particuliere initiatieven maken geen gebruik van het fonds. Zij kunnen bij banken tegen gunstiger voorwaarden en zonder allerlei publieke eisen financiering ophalen voor de nodige investeringen. De vraag is nu wat we met de 50 miljoen uit het fonds gaan doen.
Als GroenLinks vinden we dat daar waar marktpartijen niet of te langzaam bezig gaan met het verglazen van het buitengebied, het fonds nog een rol kan spelen. De aandacht gaat hierbij vooral uit naar West-Brabant, omdat daar de meeste witte vlekken zijn. Een andere insteek zou kunnen zijn om de middelen uit het fonds in te zetten voor de bredere digitaliseringsopgave waarvoor we staan. Om die reden heeft GroenLinks samen met andere partijen het College gevraagd alternatieve scenario’s uit te werken. Eén van de scenario’s zou wat ons betreft alsnog de oprichting van een nutsbedrijf kunnen zijn. Het publieke belang moet in ieder geval gediend worden. Het College heeft toegezegd in het voorjaar met scenario’s te komen.