In 2028 leven we in Brabant met een even grote veestapel als nu, maar met een drastische afname van het aantal boerenbedrijven. Dat bleek uit een eerste onderzoek dat vandaag gepresenteerd werd bij de bijeenkomst Landbouw over de Verordening Stikstof en Staldering. GroenLinks Brabant miste bij deze informatieve bijeenkomst een aantal essentiële dingen. Namelijk de onderwerpen dierenwelzijn, de gezondheid van de Brabantse bevolking en het herstel van natuur en milieu.

Geen krimp veestapel in 2028

Tijdens deze bijeenkomst werd gesproken over het economisch perspectief van de veehouderij en met name dat van de veehouders. Opvallend was dat als de transitie doorgaat zoals Gedeputeerden Anne-Marie Spierings (D66) en Johan van den Hout (SP) voor ogen hebben, het aantal veebedrijven drastisch afneemt en de veestapel niet krimpt. Eind vorig jaar werd de zogenaamde rotonde gelanceerd. Vier wegen die de veehouders kunnen kiezen om de toekomst in te gaan, waarbij het doel van GS is om te excelleren in deze wereldmarkt. Route 1 zorgt voor uitstroom, boeren kunnen (vroegtijdig) stoppen met hun bedrijf. Route 2 is biologisch en duurzaam boeren. Route 3 betekent een verandering in bedrijfsvoering door bijvoorbeeld over te stappen naar een kleinschalige veehouderij met daarnaast een bed & breakfast. Route 4 is uitbouwen naar intensieve veeteelt en deelnemen aan de wereldmarkt.

 

Intensieve veehouderij wordt groter

Uit de gepresenteerde onderzoeksresultaten viel op te maken dat route 4, de intensieve veeteelt, voornamelijk gekozen zal worden. Toch zullen er in dit scenario in 2028 beduidend minder bedrijven zijn. Het aantal boeren dat wenst te stoppen leidt tot een marginale krimp van de veestapel in Brabant van 0,6 procent. GroenLinks Brabant voorziet zware, industriële veehouderij op het platteland, waar in de plannen zoals ze nu worden gepresenteerd, niet wordt gekeken naar de volksgezondheid en de uitbraak van ziekten onder de dieren. Nog steeds niet bekomen van de Q-koorts epidemie is dit een angstbeeld. Daarnaast leidt deze intensieve bedrijfsvoering niet per definitie tot beter dierenwelzijn. De concentratie van zoveel beesten bij elkaar is niet wenselijk. Niet voor de dieren en niet voor de mensen.

 

Wereldmarkt is leidend

GroenLinks Brabant mist prikkels in het overheidsbeleid om boeren te stimuleren tot een kleinere veestapel en op een duurzame en inclusieve manier hun werk te doen. Voormalig Minister van Landbouw Cees Veerman zei het al: “De boer is door de markt losgemaakt van zijn landschap, zijn grond en zijn dieren”. Een terechte constatering. Maar betekent dat dat we de wereldmarkt maar moeten faciliteren en die keiharde wetten leidend moeten laten zijn? Dat we alleen maar op lage prijzen drukken, ten koste van al het andere wat het leven de moeite waard maakt: gezondheid, welzijn, een mooie omgeving, de aarde schoon doorgeven naar de volgende generaties en sociaal omgaan met elkaar? De komende maanden worden spannend. Hoe zal Brabant eruit zien in 2028? GroenLinks Brabant blijft zich inzetten voor een inclusieve landbouw en veehouderij, waar mens en dier op harmonieuze wijze naast en met elkaar kan leven in de mooie Brabantse natuur.