Met instemming las ik het opiniestuk van Femke Dingemans, Statenlid voor D66 in Brabant (BD 13 januari). Goed dat ze met terreinbeheerders om tafel is gegaan om vanuit de praktijk te horen over het grote probleem van dumpingen in onze natuur en ons buitengebied. Uiteraard zal GroenLinks de campagne ‘een dumper is een stumper’ van harte ondersteunen.

Het pleidooi van D66 vraagt ook om een kritische beschouwing. Als we samen willen strijden tegen vervuiling (de titel van haar stuk), dan moeten we onze handhavers wel de middelen geven om hun werk goed te kunnen doen. GroenLinks vraagt al jaren aandacht voor de groeiende problemen en de geringe financiële inzet. Via Samen Sterk in Brabant werkt de provincie Noord-Brabant samen met politie, justitie, overheden en terreinbeheerders om overtredingen in het buitengebied aan te pakken, zoals drugs- en afvaldumpingen. De inzet voor het programma staat onder druk, zo blijkt uit een zienswijze van de Omgevingsdienst Brabant Noord. In onze strijd voor meer geld vonden we tot nu toe D66 niet aan onze zijde. Hopelijk vanaf nu wel?

Vervuiling gaat verder dan dumpingen alleen. In ons dichtbevolkte Brabant met 2,5 miljoen inwoners en 210.000 bedrijven, is het een uitdaging om ons leefmilieu gezond te houden, voor nu en later. Daar moet de overheid op toezien. Onze Provinciale Staten hebben de laatste jaren miljoenen extra euro’s uitgetrokken voor vergunningen om natuur en milieu te mogen belasten. Voor controle daarop is 4 keer minder geld beschikbaar. Toezicht en handhaving zijn dus stukken minder belangrijk voor Collegepartijen zoals D66, concludeert GroenLinks. 

En dat is niet best. Het vertrouwen van burgers in de overheid hangt voor een groot deel af van goed toezicht en voldoende handhaving, zo blijkt bijvoorbeeld ook uit de mestdialogen die we in onze provincie houden. Wat burgers vaak zeggen te ervaren, blijkt te kloppen; de spontane naleving van milieuregels door Brabantse ondernemers schommelt tussen de 50 en de 69%. Een cijfer waarvoor we hard hebben moeten knokken in de Staten om er ook volgend jaar over gerapporteerd te krijgen; het lijkt erop alsof ons provinciebestuur hiermee niet geconfronteerd wil worden. Terwijl je het ook kunt omdraaien: goedwillende ondernemers hebben er immers ook last van als hun buurman de lucht, water of bodem blijft vervuilen, terwijl ze zelf juist investeren in milieuvriendelijke maatregelen.

GroenLinks ziet dat de Omgevingsdiensten (onze regionale milieudiensten) de komende jaren staan voor een grote uitdaging ten aanzien van de Omgevingswet en de nieuwe Natuurbeschermingswet. Bezuinigingen op vergunningsverlening, toezicht en handhaving liggen dan niet voor de hand; toch is dat precies wat ons provinciebestuur van plan is, zo blijkt uit de provinciale begroting 2017. GroenLinks wilde de bezuiniging stoppen; dit kreeg geen steun van D66 en de rest van de coalitie.



Brabant heeft grote handhavingsopgaven die vragen om een daadkrachtige aanpak.  Zo kunnen we, net als in Zeeland, samenwerkingsverbanden leggen tussen handhavende organisaties. Gezamenlijke diensten draaien met Omgevingsdiensten, terreinbeheerders, gemeenten en waterschappen. Veilig, daadkrachtig en verbonden. Bevoegdheden worden onderling geregeld via convenanten, ook over gemeente- en provinciegrenzen heen.



We hopen dat D66 en de andere Collegepartijen ook na de Tweede Kamerverkiezingen hun groene intenties, waaraan ik niet twijfel, durven om te zetten in voldoende financiële steun om de vervuiling te stoppen. En samen ons mooie Brabant daadwerkelijk veiliger, schoner en leefbaarder te maken.