De veelbesproken mestfabriek van MACE komt waarschijnlijk op een bedrijventerrein voor zeer zware bedrijven (cat.V). Een erkenning van wat GroenLinks al lang zegt: een dergelijke installatie past niet in het Brabantse buitengebied. De aanhoudende maatschappelijke druk, op gang gebracht door GroenLinks Brabant, heeft effect gehad. “De provincie blijkt echt te luisteren naar de terechte zorgen van betrokkenen”, complimenteert Hagar Roijackers het College. En nu óp naar een gezonde landbouw.
MACE, een coöperatie van varkensboeren rond Elsendorp, gaat als grootste mestfabriek van Europa jaarlijks 500.000 ton drijfmest verwerken. De fabriek wil volcontinu mest verwerken, met bijbehorende industriële activiteiten zoals transport en lozing van veel proceswater.
De ondernemer heeft geprobeerd om de fabriek geplaatst te krijgen op meerdere locaties. Zo was hij lang bezig met een plek tussen de kernen van Landhorst en Venhorst (St. Anthonis en Boekel). “Midden in de Peel die al overbelast is met veehouderij en mest, vlakbij twee dorpen, op een plek met kwetsbare natuur? We wisten al meteen: dit kan en mag daar niet gebeuren.”
Druk opvoeren
GroenLinks Brabant kwam al snel in actie. “Wij waren de partij die de eerste brief van de omwonenden agendeerde. We nodigden de actiegroep Stopmestfabriek bij de provincie en betrokken daar de fracties van D66, PvdA, SP en PvdD bij. De bewoners voelden zich gehoord”, aldus Hagar Roijackers.
En daar bleef het niet bij. GroenLinks Brabant haalde Eerste Kamerlid Ruard Ganzevoort naar de provincie om het thema ook landelijk te agenderen, regelde dat de petitie werd aangeboden aan toenmalige Gedeputeerde Yves de Boer en hield via de pers de druk op het dossier.
Samen met andere fracties stelden we maar liefst drie sets vol Statenvragen over de mogelijke komst van MACE naar het buitengebied op de grens tussen Landhorst en Venhorst.
“Achter de schermen hadden we contact met de coalitie- en oppositiepartijen, milieu- en actiegroepen, raadsleden uit Boekel en St. Anthonis, gezondheidskenners, het waterschap Aa en Maas en deskundigen met verstand van de MER. We zijn heel blij met de dappere stap van het college van Gedeputeerde Staten, Anne-Marie Spierings van Landbouw voorop, die nu na een eis voor zorgvuldig onderzoek, zich nu zo heeft ingespannen voor verplaatsing naar een categorie V-bedrijventerrein.
Natuurlijk is GroenLinks tegen mestfabrieken an sich. GroenLinks staat voor grondgebonden, circulaire landbouw. We willen mestverwerking liefst op bedrijfsniveau. “Waar dat niet mogelijk is, zoeken wij naar oplossingen waarin het maatschappelijke en ecologische belang even zwaar weegt als het economische belang”, aldus Hagar Roijackers: “Laat er geen misverstand over bestaan: wij geloven niet in meer techniek, maar in minder dieren.”
Maar ook over de megastallen en mestfabrieken van dit moment moet je als GroenLinks-Statenlid beleid vaststellen. Binnen dat gegeven is het veel beter om een dergelijke installatie op een bedrijventerrein met passende infrastructuur, toezicht en beheer te plaatsen dan midden in de (agrarische) natuur. Dat neemt zorgen en angst weg bij omwonenden. Voor agrarische activiteiten gelden veel minder strenge milieueisen dan voor industrie. De veeteelt is echter verregaand geïndustrialiseerd en de intensivering en industrialisering nemen alleen maar meer toe.
Deze mogelijke verplaatsing naar MACE is daarvan een eerste bewijs.
Wat ons betreft ook een eerste stap voor een tegenbeweging: naar agro-ecologie die in evenwicht is met de omgeving en die wél past in ons buitengebied.