Hoe meer en hoe sneller robuuste natuur, hoe beter. Het leek dus voor ons als groene partij zaak om direct in te stemmen met de Begrotingswijziging om de Provinciefondsuitkering eerder beschikbaar te stellen aan het Groenontwikkelbedrijf. Maar jammer genoeg is de prioritering van nieuwe natuur (EHS) opgehangen aan stikstofmaatregelen (de PAS) en ingegeven door druk vanuit het bedrijfsleven.
GroenLinks lichtte het toe in de vergadering van 10 juli 2015. Natuur wordt hier uitgeruild tegen ontwikkelruimte van de aanleg van wegen en van de intensieve veehouderij. Daarbij gaat het College voorbij aan de intrinsieke waarde van natuur. Omliggende bedrijven en wegen mogen niet bepalend zijn of er wel of niet in een stuk natuur wordt geïnvesteerd. Wat dan wel? Bijvoorbeeld de soortenrijkdom (en het verlies ervan), de hydrologie en de kwaliteit van lucht, water en bodem, de robuustheid en klimaatbestendigheid van gebieden. Hoe urgenter die scores, hoe sneller en groter de investering vanuit het Groenontwikkelfonds zou moeten zijn.
Provinciale Staten heeft Gedeputeerde Staten in februari 2015 bij motie gevraagd om voorrang te geven aan natuurherstelmaatregelen ten behoeve van de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS). GroenLinks heeft samen met de PvdD, D66 en de PvdA tegen die motie gestemd. Geen natuur uitruilen tegen ‘belangrijke economische ontwikkelingen in Brabant’!
GroenLinks bereidde een motie voor met de Partij voor de Dieren om natuur meer te laten zijn dan noodzakelijk groen rond snelwegen en industrie. Gedeputeerde Staten ontraadde deze motie, omdat gedeputeerde Van den Hout al van mening was dat ecologische waarden leidend zijn bij de criteria voor het Groenontwikkelfonds. Toen duidelijk werd dat deze motie (nog) niet op een Statenmeerderheid kon rekenen, hielden we de motie aan. De beide partijen spraken wel af waakzaam te zijn op het Groenontwikkelfonds, want wij zien vooralsnog niet dat er van de gelden snel robuuste natuur in Brabant bij komt.