DEN BOSCH - "Het provinciaal beleid om verlies aan beschermde natuur te compenseren, is zo lek als een mandje." Dat stelt fractievoorzitter Johan Martens van GroenLinks in reactie op een onderzoek van de Zuidelijke Rekenkamer. Groenlinks heeft om die reden het rapport van de Rekenkamer op de agenda van de eerstvolgende commissievergadering laten zetten. Martens gaat Gedeputeerde Staten en de andere fracties aanspreken op het niet nakomen van het afgesproken beleid.
Uit onderzoek naar het natuurcompensatiebeleid van de Zuidelijke Rekenkamer blijkt dat de verplichte compensatie voor ingrepen in beschermde natuurgebieden kwalitatief matig tot onvoldoende is. Ook komt deze compensatie volgens het rapport traag op gang en is de controle veel te vrijblijvend.
Zorgwekkend
Voor het onderzoek trok de Zuidelijke Rekenkamer naar 23 compensatiegebieden van in totaal 51 hectare door heel Brabant. Onder meer omdat de provincie geen sanctiemogelijkheid heeft, bestaat het risico dat bestaande natuur in kwantiteit én kwaliteit afneemt, concluderen de onderzoekers. De Rekenkamer noemt de situatie 'zorgwekkend'.
In slechts acht van de 23 gebieden werd vastgesteld dat er echt maatregelen ter compensatie van verloren gegane natuur zijn uitgevoerd. In twee gevallen is sprake van winst voor de natuur. In drie gebieden is het nettoresultaat matig of onvoldoende en dreigt op termijn verlies aan natuurwaarden.
Nalatigheid
"Hier is sprake van bestuurlijke nalatigheid", vindt Johan Martens. "De natuur in Brabant wordt al aan alle kanten aangetast. En de beperkte compensatiemaatregelen die wel worden afgesproken, blijken in de praktijk een wassen neus te zijn. We gaan GS hier stevig op aanspreken."
- Download: Onderzoek natuurcompensatie Zuidelijke Rekenkamer (PDF)