DEN HAAG - GroenLinks wil niet langer worden opgeschrikt door berichten over financiële wantoestanden in de jeugdzorg. Onlangs kwam er weer een ernstig verhaal boven tafel over een wegens oplichting veroordeelde oud-bankdirecteur die toezicht hield op de financiën van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant. Dit is niet de eerste keer dat dit soort fratsen in de jeugdzorg aan het licht komen.

Niet lang geleden stapte de directeur van Bureau Jeugdzorg Amsterdam op wegens financieel wanbeleid. Er bleven namelijk potten met geld op de plank liggen, die kinderen en jongeren die zorg nodig hebben hard kunnen gebruiken. Ook verschenen er enkele maanden geleden berichten over dure managers en interims die de jeugdzorg op kosten jagen.

Kamervragen

Tofik Dibi vraagt zich af hoe vaak financieel wanbeleid eigenlijk voorkomt in de jeugdzorg. "Wij praten hier in de Tweede Kamer om de haverklap over de wachtlijsten in de jeugdzorg, over hulpverleners die massaal wegvluchten wegens stress en bureaucratie" aldus Dibi. "Wij kunnen het ons niet veroorloven dat de miljoenen die worden geïnvesteerd niet terecht komen bij de kinderen die het verdienen". Daarom heeft Dibi aan minister Rouvoet (Jeugd en Gezin) gevraagd een grondig onderzoek te laten doen naar het financiële beleid in de jeugdzorg.

Schriftelijke vragen van het lid Dibi (GroenLinks) aan de minister voor Jeugd en Gezin over financieel wanbeleid in de jeugdzorg

1. Bent u bekend met het bericht (De Volkskrant, 6 maart 2009) waaruit blijkt dat een veroordeelde oud-bankdirecteur jarenlang toezicht heeft gehouden op de financiën van Bureau Jeugdzorg Noord-Brabant?

2. Vindt u het ook onbegrijpelijk dat iemand die wegens oplichting is veroordeeld een baan als financieel toezichthouder in de jeugdzorg kan bekleden? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit dan te verklaren?

3. Wat heeft u ondernomen nadat u op de hoogte was van dit bericht?

4. Bent u het met mij eens dat er bij het aanstellen van personen op dergelijke posities vooraf standaard een scherp antecedentenonderzoek aan vooraf moet gaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat hoe gaat u dat bevorderen?

5. Bent u bereid om de Algemene Rekenkamer op te dragen een grondig onderzoek te laten doen naar het financiële beleid in de jeugdzorg? Zo ja, wanneer gaat u de Kamer informeren over de uitkomsten van dit onderzoek? Zo nee, waarom niet?