Op vrijdag 16 oktober jl. werden de Staten van Brabant bijgepraat over de ontstane situatie rondom het Wilhelminakanaal in Tilburg. Daar wordt één van de drie sluizen weggehaald en het kanaal verbreed om de havens in Tilburg bereikbaar te maken voor grotere binnenvaartschepen. Op zichzelf een goed plan. Ware het niet dat door deze maatregel het kanaal dieper komt te liggen en een waterdoorlatende ondergrond raakt. Hierdoor dreigt de waterstand in de omgeving zodanig lager te worden dat huizen kunnen verzakken en natuurgebieden verdrogen.

Het bijzondere is nog dat niet Rijkswaterstaat tot deze conclusie kwam, maar een oplettende bewoner met kennis van zaken. Die stelde vast dat de plannen niet deugden en verkeerde normen en berekeningen zijn gehanteerd. Deze situatie doet de vraag rijzen hoe het zover heeft kunnen komen en waarom Rijkswaterstaat niet zelf tot de beoordeling kwam dat er problemen zouden ontstaan bij een verdiepte ligging van het kanaal.

Inmiddels heeft Rijkswaterstaat maatregelen getroffen, worden er boringen gedaan en zijn de normen en berekeningen bijgesteld. Ook wordt nu onderzocht wat er voor alternatieven zijn om het weglekken van grondwater tegen te gaan. Drie scenario’s zijn denkbaar: 1) Met kleine maatregelen kan het werk worden vervolgd, 2) Er moeten damwanden worden geslagen met alle meerkosten van dien of 3) Het plan moet worden heroverwogen.

Hoe het ook gaat uitpakken, deze situatie gaat meer geld kosten voor de betrokken partijen, Rijkswaterstaat, de gemeente Tilburg en de provincie Noord-Brabant. Naast de 10 mln. die door Brabant was gereserveerd hebben GS moeten besluiten om 1,425 mln. extra te beschikking te stellen voor aanvullende maatregelen. GroenLinks, bij monde van Arno Uijlenhoet, houdt de situatie nauwlettend in de gaten. Uiteindelijk komt de vraag op tafel wie verantwoordelijk is voor de situatie en wie hiervoor moet opdraaien. Tot die tijd hopen we dat er nog een redelijke oplossing voor het probleem in het verschiet ligt.