De Statenfractie bezocht met een aantal geïnteresseerde GroenLinksers op 8 juni een biologische varkenshouderij op een mooie locatie dichtbij de kernrandzone van Hilvarenbeek. Het bedrijf is rond 2003 omgeschakeld naar biologisch op het moment dat in het kader van de reconstructieplannen bleek dat een grootschalige varkenshouderij op deze locatie niet mogelijk was. De huidige eigenaar nam toen het bedrijf over van zijn ouders en sloot zich aan bij netwerken en overleggroepen voor innovatie in de varkenshouderij en besloot om over te schakelen op biologisch.
Hiervoor was ook een flinke verbouwing noodzakelijk. Het bedrijf huisvest 800 vleesvarkens en 175 zeugen. Wekelijks gaan er ongeveer 25 vleesvarkens naar de slacht. Een biologisch bedrijf van deze grootte biedt werkgelegenheid aan 3 werknemers en dan is er ook nog een bescheiden winst. Het kenmerkende van de biologische varkenshouderij is dat het verblijf van de varkens onderverdeeld is in slaapplaats, mestplaats en uitloop. We bezochten eerst de afdeling met de dragende zeugen, die in groepen zeer relaxt binnen lagen te slapen en gedeeltelijk in de wei aan het grazen waren. De zeugen kunnen zelf bepalen wanneer ze naar buiten willen. De hoeveelheid voer dat door de zeugen gegeten wordt, wordt met de computer geregistreerd. Het voer wordt voor een gedeelte door het bedrijf zelf verbouwd.
Daarna bezocht de Statenfractie de kraamafdeling. Hier troffen we zeugen aan liggend op het stro met veel ruimte er om heen en loslopende biggetjes. Ook was er een speciaal ingerichte slaaphoek met vloerverwarming voor de biggetjes. Zowel de zeugen als de biggetjes maakten gebruik van de uitloop naar buiten. Er wordt veel aandacht besteed aan de eerste drie levensdagen van de biggen omdat ze dan kwetsbaar zijn en nog goed moeten leren drinken. Ook kan het gebeuren dat een zeug op de biggen gaat liggen. Maar door een zeug extra veel ruimte te geven kan dit worden beperkt.
Als de biggen van de zeug af zijn lopen de zeugen in een grote groep door elkaar. Zij hebben veel ruimte en een uitloop naar buiten. Net als de enige beer in het bedrijf die een hele afdeling voor zichzelf heeft. De zeugen die met elkaar zijn opgefokt blijven toch zoveel mogelijk bij elkaar.
Tot slot bezocht de fractie de vleesvarkensafdeling. Opvallend hier was dat de verblijven van de varkens vooral warm gehouden werden doordat deze afgedekt waren met isolerende platen. De varkens hebben een uitloop, maar ondanks dat de ruimte per varken 2,5 keer groter is dan in de gangbare varkenshouderij gebruikelijk is, zou deze ruimte wel groter mogen zijn. Naast de varkens is natuurontwikkeling belangrijk voor het bezochte bedrijf. Met negen andere bedrijven, waarvan vier biologisch, wordt er 200 ha natuur in de omgeving beheerd van Staatbosbeheer. Ook wordt er op het 1,2 ha grote bouwblok veel geïnvesteerd in natuurontwikkeling.