Provinciale Staten stelden op 16 december 2016 de Verordening Natuurbescherming Noord-Brabant vast. Wordt de natuur hier nu beter van? GroenLinks vindt van niet en stemde daarom tegen. Voor natuurherstel en –ontwikkeling is veel meer nodig.
“We hebben maar één aarde. Daar moeten we verantwoord mee om gaan. Nu belast de mens de aarde meer dan haar herstellend vermogen aan kan.”
Deze passage komt niet het GroenLinks-verkiezingsprogramma, hoewel dat had gekund, maar de website van Eneco. Om maar aan te tonen dat het ecologisch bewustzijn tot velen is doorgedrongen. Net als GroenLinks dat voelt en vindt, willen ook veel bedrijven de aarde niet slechter doorgeven aan de volgende generaties die hier leven. Dat biedt kansen voor het faciliteren van natuurinclusief ondernemen, door nu heldere kaders te scheppen als provincie.
Mest uitrijden naast natuur?
Maar daar heeft ons College niet voor gekozen. De voorliggende Verordening is de facto gericht is op het toelaten van uitzonderingen op bescherming en niet op het waarborgen van een betere bescherming. Wonderlijk genoeg zijn er wel enkele vrijstellingen opgenomen waarvan je op je klompen aanvoelt dat deze de natuur zullen aantasten, zoals het uitrijden van mest nabij Natura2000-gebieden. Dit wilden we per amendement herstellen, maar alle amendementen bij deze ‘beleidsarme’ verordening werden afgeraden en door de Staten vervolgens afgestemd.
Kieviten en meer
Deze Verordening was een uitgelezen kans om met onze Staten nog deze bestuursperiode kaders vast te stellen ter bescherming, herstel en ontwikkeling van onze bijzondere provinciale natuurgebieden en landschappen, en programma’s om diersoorten in een gunstige staat van instandhouding te brengen. Denk aan onze Brabantse weidevogel, de kievit, of onze heide en vennen waar de kwaliteit hard achteruit holt.
Jacht
Natuur is onderbelicht als we deze meenemen in het uitgebreide implementatietraject van de Omgevingswet. Kijk alleen al wat er hier gebeurt bij een onderdeel dat wél beleidsrijk genoemd mag worden: de jacht. Dat maakt, terecht, veel los en wij dienden dan ook enkele amendementen in met de Partij voor de Dieren om faunabeheer nog zorgvuldiger te kaderen, zoals de onafhankelijkheid van de voorzitter van de FBE. Die hetzelfde lot beschoren was als de andere amendementen.
Van beleidsarm naar beleidsrijk
Nieuw beleid vaststellen straks aan het einde van een bestuursperiode, zorgt ervoor dat Provinciale Staten in deze samenstelling niet kan controleren of de natuur echt beschermd wordt, dan wel – zo je wilt – of onze miljoenen aan ecologiegelden wel doelmatig besteed worden. Om te voorkomen dat wij onze controlerende taak niet goed kunnen uitoefenen, diende GroenLinks een motie Actieve Natuurbescherming in om nog voor het zomerreces van 2017 aan PS een fase 2 in de implementatie van de Wet Natuurbescherming in Noord-Brabant voor te leggen. Deze motie is niet aangenomen. Het tempo en de daadwerkelijke ambitie van het College ten aanzien van natuurbescherming blijft daarmee achter bij wat het College zegt uit te willen stralen.
Toezicht en handhaving
Scherp als GroenLinks altijd is op toezicht en handhaving in natuur en buitengebied, willen wij ook een nieuwe en niet gemakkelijke taak van onze Brabantse Omgevingsdiensten – te weten toezicht op naleving op gedragscodes ten aanzien van flora en fauna – kunnen controleren. Doordat enkele Statenleden ziek waren, heeft deze motie helaas geen meerderheid behaald. We komen er uiteraard in 2017 op terug.