Eind juni werd er voor het eerst over het nieuwe uitvoeringprogramma van de provincie voor cultuur gesproken. Goed nieuws is dat er in de komende jaren weer wat meer geld aan cultuur wordt besteed. Maar komt dat geld wel goed terecht vroeg Patricia Brunklaus aan de Staten. GroenLinks diende een motie en amendement in die het beide helaas niet haalden, maar die wel een opmaat zijn voor het kritisch volgen van de ontwikkelingen de komende tijd. Want er is nogal wat gaande!

Allereerst komt er de komende jaren nauwelijks een bijdrage voor cultuur van het rijk naar Brabant. Zo zijn het Zuidelijke Toneel en de Philharmonie Zuid nog niet zeker van de rijkssubsidie en Opera Zuid krijgt niets. Brabant komt er bekaaid vanaf! 

De provincie heeft twee jaar geleden het Brabant C fonds ingesteld waar grotere aanvragers terecht kunnen. In 2015 is groot een deel van het beschikbare budget op de plank blijven liggen met als reden dat het Fonds in de opstartfase zit. Dat geld is niet weg, maar toch jammer dat het nog niet is ingezet voor Kunst en Cultuur. De kleinere projecten en de aanvragen voor talentontwikkeling moeten naar het BKKC. Deze organisatie begeleidt de aanvragers zodat ze een beter kans van slagen hebben. Voor deze zogeheten impulsgelden is 1,3 miljoen per jaar uitgetrokken. Maar uit het veld komen geluiden dat het niet gemakkelijk is om een aanvraag gehonoreerd te krijgen en dit wordt onderbouwd door de cijfers. Sinds de start van de impulsregeling zijn 374 plannen in behandeling genomen, waarvan minder dan de helft is gehonoreerd. GroenLinks vindt het vreemd dat meer dan de helft is afgewezen. Dit terwijl de regeling nu juist bedoeld is voor startende kunstenaars of nieuwe ideeën, die met wat begeleiding snel van start zouden moeten kunnen gaan.

De motie van GroenLinks vroeg om De Kunst van Brabant (een organisatie waarin meer dan 70 kunstenaars/ organisaties zijn verenigd) te betrekken bij het aanpassen van de regeling. Onbegrijpelijk dat deze motie het niet heeft gehaald.

Met het nieuwe Cultuurprogramma wil Gedeputeerde Staten een brede cultuurbasis leggen om zo te zorgen dat cultuur dicht bij de Brabantse burgers komt, waardoor een ieder de kans krijgt zich op cultureel gebied te ontwikkelen.  Dat is natuurlijk een mooi streven dat door GroenLinks  wordt gedeeld.

Goed is dat er aandacht komt voor buitenschoolse cultuureducatie in het programma. Maar die inzet is zo miniem met twee pilots per jaar dat daar niet zo heel veel van te verwachten valt. Recent onderzoek hiernaar wees o.a. uit dat er is maar weinig informatie is over het aanbod hiervan, de toegankelijkheid ervan afneemt voor mensen in achterstandssituaties en dat het aanbod op het platteland afneemt af. Werk aan de winkel dus en natuurlijk in eerste instantie voor de gemeentes. Maar als gemeenten ergens op beknibbelen dan is dat helaas vaak op Cultuur. Daarom is het goed dat de provincie de aanbevelingen om pilots met gemeenten te starten overneemt.

Omdat GroenLinks het budget en het aantal pilots voor zoiets belangrijks veel te mager (€ 450.000) vond ten opzichte van andere zaken uit het programma (internationale uitwisselingsbijeenkomsten waarvoor € 300.000 voor twee bijeenkomsten per jaar is uitgetrokken!) diende GroenLinks een amendement in om een deel van dit bedrag in te zetten voor buitenschoolse cultuureducatie. Helaas kreeg dit voorstel geen meerderheid.

In het najaar zullen een aantal kunstsubsidies voor de komende vier jaar worden vastgesteld.  We blijven het kritisch volgen.