Ik krijg het niet meer uitgelegd. Waar ik onze provincie altijd met verve verkoop en verdedig als er meewarig over Brabant wordt gesproken, zeker in de Randstad, moet ik tegenwoordig zoeken naar woorden en uitleg. Bij mijn collega’s op het werk, die door heel het land wonen. En pijnlijk genoeg bij mijn Brabantse schoonfamilie, van huis uit CDA-stemmers. Liefst had ik hier nu mijn schoonvader Frans naast me gehad om via dit beeldscherm te vragen aan coalitie-architect Van der Maat, in dat mooie compacte Tilburgs: ‘Wè hèdde nou toch gedaan?’

Voorzitter, natuurlijk sta ik hier vandaag als fractievoorzitter van GroenLinks, die van meet af aan grote bedenkingen had over de politieke en inhoudelijke koers van de coalitie die nu alweer ontbonden is. Maar ik sta hier zeker ook als bezorgde Brabander. In het besef dat we in de provincie geen verkiezingen uit kunnen schrijven, terwijl de ontstane situatie (door mij in de pers ‘een gedrocht’ genoemd) daar aanleiding genoeg voor zou geven.

Goed dat we elkaar vandaag spreken. Want we hebben de nodige vragen te stellen. Deze gaan over onze democratie, representatie en bestuurlijke legitimiteit. Over stabiliteit en interne tegenstellingen. Over opvattingen van de partijen die samen het fundament vormen. En zeker ook over de open samenwerking en uitgestoken hand – en een mogelijk alternatief.

Wie besturen er nu Brabant? Van een stevige middencoalitie met vijf volwassen bestuurspartijen en zeven goede en ervaren Gedeputeerden is Brabant vorig jaar scherp rechtsaf geslagen naar een ongewis avontuur met politieke en bestuurlijke nieuwkomers die zonder duidelijk programma en op een landelijk verhaal Brabant zijn binnengeschoven. Nieuwkomers waarvan een deel zeer enthousiast is over Thierry Baudet, en zelfs over Trump. Terwijl een ander deel van de toenmalige Forumfractie zichzelf nu ineens realist noemt, of conservatief-liberaal, of ‘het betere deel van Forum met de betere mensen’.

Hoe loopt dit af, op weg naar de Tweede Kamerverkiezingen waar Statenleden van coalitiefracties op de lijst staan? Door actieve bemoeienis van Brabantse Statenleden en Forum-Gedeputeerde De Bie met de Tweede Kamer-campagne hebben we de Haagse dynamiek hier nu volop in huis. Het mantra Den Haag is Den Haag, Brabant is Brabant is actief doorbroken vanuit de fractie van Forum voor Democratie – hoewel je bij de hoge placering van Inge van Dijk van het CDA ook de nodige vraagtekens kan stellen. Die dynamiek wordt heftig de komende tijd, want de voormalige Forumvrienden zijn als FvD en JA21 elkaars grootste electorale concurrenten. In 2019 nog samen de grootste, nu vechtend om stemmen die ze hoogstwaarschijnlijk aan de VVD gaan verliezen. De VVD die ze in Brabant eigenlijk zo hard nodig hebben om ook maar iets te kunnen bereiken. De VVD, die het gedoe misschien wel eens heel snel beu zou kunnen zijn.

Wat is intussen de legitimiteit van de zich nu onafhankelijk noemende Gedeputeerde Smit? Is hij ineens van geen enkele partij meer en dus feitelijk buitenparlementair, waarmee we alweer een noviteit hebben in de Brabantse politiek? Of is hij overgestapt van Forum voor Democratie, waarvan hij nog geen jaar lid was, naar JA21? Op JA21 heeft dan weer geen Brabander gestemd bij de Statenverkiezingen. Erg lastig uit te leggen allemaal; benieuwd naar het verweer van de kant van GS.

In de ogen van GroenLinks is onvolwassenheid het laatste wat Brabant nu kan gebruiken. In 2019 zaten we al in een meervoudige crisis: de klimaatcrisis, de energiecrisis, de crisis in de landbouw, de crisis van verdroging en het achteruithollen van de biodiversiteit en de crisis van toenemende sociale tweedeling. Het toenmalige bestuur gaf zich hier rekenschap van. Het breken van de coalitie daarop had maar met één van deze zaken te maken (de landbouwcrisis, geredeneerd vanuit het eenzijdige perspectief van de sector zelf) en adresseert de andere crises hooguit mondjesmaat. Daarbovenop is een joekel van een coronacrisis gekomen, met enorm effect op onze economie, samenleving en gezondheid. Het allerlaatste wat we nu nodig hebben is een onvolwassen en instabiel bestuur.

Het besturen van een provincie - en dat geldt ook voor een land, of een gemeente - draait om stuurmanskracht en leiderschap. En omdat je het openbaar bestuur vormt, en fors effect hebt op de samenleving, draait het evenzeer om zorgzaamheid en dienstbaarheid. De nieuwe president van de Verenigde Staten, Joe Biden, begrijpt dat. Niet alleen is hij een bruggenbouwer en verbinder, hij toont zich ook bezorgd en zorgzaam naar de inwoners van zijn land.

Het bestuursakkoord is door mij destijds genoemd: 4 x VVD, en nu dus 5 x. En hoewel GroenLinks de VVD bewondert om de onderhandelingsvaardigheden en de gerichtheid op Brabantse ondernemers (wat wij ten dele delen), is het een partij die je vooral geen alleenheerser moet laten zijn, omdat de kernwaarde van zorgzaamheid dan volledig naar de achtergrond verdwijnt. Zet je er dan coalitiepartners bij die Trump bewonderen, of coalitiepartners die primair gericht zijn op agrarisch ondernemers, of coalitiepartners die het als volstrekte nieuwkomer zonder provinciale ervaring of met slechts 1 zetel wel lekker vinden om te besturen, dan weet je zeker dat er voor de Brabanders slecht gezorgd gaat worden.

De politieke en bestuurlijke crisis doet daar nog een schep bovenop: alle energie die gaat naar de interne instabiliteit, plotwendingen en amateurisme, gaat verloren om Brabant vier jaar lang goed te dienen, besturen, leiden en verzorgen. Om een actuele vergelijking te maken: met kibbelende kinderen thuis die je aan het thuisonderwijs moet zetten, is het een hele uitdaging om efficiënt en gefocust te blijven op het werk. Herkenbaar, vermoed ik.

Voorzitter, er is een uitweg uit het gedrocht. Voor goed beleid in het belang van Brabant en de Brabanders is in onze Staten genoeg steun. Ook bij onze partij. Goede plannen verdienen het om snel naar de uitvoering te gaan. Een open samenwerking wordt daartoe voorgesteld: het willen zaken doen met alle partijen. Echter, de budgetten onder het bestuursakkoord zijn in december meerjarig vastgeklikt. Als de VVD het echt meent dat er open samengewerkt kan gaan worden, dan moet er over de budgetten gepraat kunnen worden. Niet die van de Perspectiefnota, maar over die van de meerjarenbegroting. Daartoe dienen wij een Motie in .

Ik sluit af. In maart 2019 zijn we in een achtbaan in de mist gestapt en de rit duurt nu al bijna 2 jaar. Tot 2023 zitten we met de politieke verhoudingen van 2019, hoewel er personeel behoorlijk gewisseld is. We moeten het samen doen, de urgentie is enorm. De VVD zei vorig jaar te snakken naar zuurstof. Ik zeg u: zuurstof komt van groen, van planten; GroenLinks weet er alles van. Na al het geploeg en geploeter zou binnenkort de bloei- en oogsttijd moeten aanbreken. Doe dus nu niet aan politiek van de verschroeide aarde met voorstellen die soms nog indruisen tegen wat van belang is voor onze leefomgeving en samenleving. Er is nog steeds een alternatief. Zoek politiek en bestuurlijk naar de balans tussen leiderschap, stuurmanskunst, dienstbaarheid  en zorgzaamheid. En geef zuurstof aan alle partijen en plannen die daarbij kunnen helpen.

Onze motie kreeg Oordeel Staten van GS, maar werd helaas niet aangenomen door PS.