DEN BOSCH - Volgens GroenLinks Brabant ligt er een levensgroot gevaar op de loer dat de provincies binnenkort worden gebruikt als melkkoe om de financiële onderbouwing voor de 'prachtwijken' van minister Ella Vogelaar op te lossen. De minister heeft tot nu toe slechts twintig procent van het benodigde kapitaal bijeen via bijdragen van sociale verhuurders. "De kans is reëel dat de provincies straks het falend rijksbeleid dienen te maskeren", aldus GroenLinks.
Vorige week stond in de vergadering van Provinciale Staten de Leefbaarheid centraal. In twee afzonderlijke kadernotities over de leefbaarheid in de wijken en in de kernen hebben de Staten het beleid voor de komende periode vastgelegd. De fractie van GroenLinks heeft beide plannen uiteindelijk onderschreven, maar met een aantal kritische kanttekeningen. Met name waar het gaat om de plannen voor de leefbaarheid in de wijken.
Toegevoegde waarde
GroenLinks kan zich namelijk niet aan de indruk onttrekken dat het provinciebestuur naarstig op zoek is naar het vinden van een toegevoegde waarde voor de provincie. Volgens de fractie is GS daar maar ten dele in is geslaagd. "Inhoudelijk is het voor ons zeer de vraag wat nu de toegevoegde waarde is van het provinciale beleid in de wijken", zegt Evert van Schoohoven. "De doelgroep is toch met name de vijf grote Brabantse steden en deze kennen enerzijds een kwalitatief goed toegerust ambtelijk apparaat en anderzijds beschikken zij al over voldoende financiële middelen en 'exposure' via rijk en provincie, middels de subsidiestromen Grotestedenbeleid en BrabantStad."
Om die reden heeft de statenfractie van GroenLinks gepleit om met de beschikbaar gestelde middelen vooral in te zetten op de middelgrote gemeenten zoals bijvoorbeeld Waalwijk, Oosterhout, Bergen op Zoom, Roosendaal en Oss. Met een duidelijke toezegging van het provinciebestuur dat zij niet mee zullen werken om als melkkoe voor de rijksoverheid op te treden en dat er jaarlijks gerapporteerd zal worden over de vorderingen, is de fractie uiteindelijk akkoord gegaan.
Leefbaarheid kernen
De notitie 'Leefbaarheid in de kernen' kon op meer sympathie rekenen van de fractie. Via onder andere integrale dorpsontwikkelingsplannen (IDOP's) kan van onderaf gewerkt worden aan de leefbaarheid, sociale samenhang en infrastructuur in de kernen. De provinciale meerwaarde ligt dan duidelijk bij het inbrengen van expertise, facilitering van het proces en daar waar nodig extra financiële middelen inzetten voor de uitvoering die boven de macht van meestal de kleiner gemeenten liggen.
Het enige discussiepunt wat de fractie naar voren bracht, was het mogelijke rolconflict waarin de provincie terecht zou kunnen komen. Enerzijds door het stimuleren van het 'bottum up-proces' en anderzijds de regisserende rol met het principe op de achtergrond 'wie betaalt, die bepaalt'.