Veel Brabantse bedrijven houden zich niet aan de veiligheids- en milieuregels. Dit blijkt uit de nalevingscijfers en uit het jaarverslag 2017 over de zware industrie. Hagar Roijackers stelde vragen aan de Gedeputeerde: “Verdienen de bedrijven het vertrouwen dat we hen steeds meer geven?” Er kwam een toezegging, maar waakzaamheid blijft geboden.

Het naleefgedrag van milieuregels door bedrijven moet onderdeel zijn van de Jaarstukken. Dit heeft GroenLinks in 2016 bij motie afgedwongen. Bij de Jaarstukken 2017 zat dit overzicht alleen niet. Daarom koos GroenLinks ervoor de informatie alsnog te achterhalen en mondelinge vragen te stellen aan Gedeputeerde Van den Hout van Ecologie en Handhaving.

Wat blijkt? Bedrijven zouden zich voor 80% aan alle veiligheids- en milieuregels moeten houden. In de praktijk, afhankelijk van het soort vergunning, gaat het om 55-71%. Het aantal overtredingen van zware industrie (BRZO-bedrijven) nam toe van 115 naar 153. En dat terwijl de Gedeputeerde zelf toegeeft dat het aantal toezichthouders in Brabant niet in verhouding staat tot het aantal bedrijven.

 

Streefwaarden vs. gerealiseerde waarden 2017 Opdracht Streefwaarde Realisatie T&H Wabo Grijs 72%

61%

T&H Groen Overig 92% 68% T&H Blauw 63% 55% T&H Bruin 86% 71%

T&H = Toezicht en handhaving

Bovenstaande tabel toont de voor 2017 gewenste streefwaarden voor de mate van spontane naleving versus de gerealiseerde waarden

Dit zijn de realisatiecijfers voor de indicator % ernstige overtredingen (streefwaarde 7%):

· Kleurspoor grijs (Wabo): 12%

· Kleurspoor groen (natuur): 34%

· Kleurspoor blauw (water): 13%

· Kleurspoor bruin (bodem): 22%

· Gemiddelde realisatiewaarde: 20%

“GroenLinks vindt het nalevingsgedrag verontrustend, en schadelijk voor de veiligheid en gezondheid van mensen. Natuur en milieu hebben sterk te lijden van een teveel aan uitstoot van schadelijke stoffen, nog boven de vergunde normen en regels”, aldus Hagar Roijackers.

Gedeputeerde Van den Hout reageerde op de vragen van GroenLinks. Hij is van mening dat het ‘goed nieuws’ is dat we de slechte nalevers op het spoor zijn, want de Brabantse Omgevingsdiensten zijn risicogericht aan het screenen. “De slechte jongetjes van de klas zijn in het vizier”. Roijackers reageerde: “Dat is mooi, maar het klopt niet. Cijfers van de voorgaande jaren laten precies hetzelfde beeld zien van de naleving.”

Van den Hout benadrukte dat in 2017 slechts eenmaal de veiligheid acuut in gevaar was, en dat daar was ingegrepen (mestverwerker). Hij is niet van plan om, in het algemeen belang, de lijst met locaties openbaar te maken. 6 BRZO-bedrijven zijn verantwoordelijk zijn voor 45 overtredingen, maar “in het belang van een goede relatie tussen bedrijf en toezichthouder” blijven de namen geheim.

Toezegging

Wel zegde GS toe om aan de Staten het onderzoeksrapport te verstrekken rond Rendac, een bedrijf waar al vele jaren veel stankklachten over komen en die afgelopen jaar met een nieuw systeem is gaan werken.

Een deel van de overtredingen betreft ‘papieren niet op orde/brandblusser hangt verkeerd’. Daar is het GroenLinks uiteraard niet om te doen. Maar een belangrijk deel heeft daadwerkelijk betrekking op (extra) vervuiling van bodem, lucht, water en natuur – dan wel bedreiging van de veiligheid en gezondheid. “Bedrijven vragen voortdurend om vertrouwen van de overheid, maar zij zullen dat vertrouwen wel zelf moeten verdienen”, zo stelt de directie van de Omgevingsdienst terecht. In de nieuwe Omgevingswet staat vertrouwen centraal en wordt het ruim, en vooraf, gegeven aan bedrijven. In het licht van de prestaties over 2017: er is alle reden om waakzaam en kritisch te blijven en het toezicht te vergroten.