Drie weken geleden kwamen nieuwe schokkende cijfers naar buiten over het aantal doden, ernstig zieken, arbeidsongeschikten en besmettingen ten aanzien van de Q-koorts. Het gaat om patiënten die na de uitbraak van de epidemie in 2007 de levende bacterie in hun lichaam met zich mee zijn blijven dragen. Die chronische variant van de Q-koorts kan ernstige hart- en vaatproblemen met de dood als gevolg veroorzaken. Dit wordt lang niet altijd herkend door patiënten en hun behandelaars.
Op 20 juni was er de conferentie op het provincie over het boek ‘Leven met Q-koorts, een dagelijks gevecht’’. Tijdens de conferentie kwamen nog meer indringende cijfers naar buiten. Met een gemiddeld cijfer van 5,5 steekt het cijfer dat de Q-koortspatiënt aan zijn of haar leven geeft schril af bij het landelijk gemiddelde van 7,9 van Nederlanders (CBS). Een kwart geeft zelfs een cijfer van 1 tot 4. Een ander groot probleem is de diagnostisering. Zes van de tien patiënten moeten moeite doen om de diagnose gesteld te krijgen. Vandaar deze motie.
Onze motie draagt GS op om–als saluut naar de vele Q-koortspatiënten die besmet zijn geraakt vanuit onze provincie - manieren te zoeken om koepels van eerstelijns artsen (huisartsen en bedrijfsartsen) extra bewust te maken van symptomen van Q-koorts, QVS en (mogelijke) andere zoönosen bij hun patiënten, ook buiten de ‘landbouwgebieden’ in Nederland.