Het autogebruik in Brabant is onverminderd hoog, sommige bussen rijden bijna leeg hun rondjes, kleine kernen zijn vaak lastig bereikbaar. Tegelijkertijd schrijdt de techniek voort. Welke slimme, snelle en schone oplossingen zijn er te bedenken op het gebied van mobiliteit? Deze vraag stond centraal tijdens de themabijeenkomst Schone Mobiliteit, op 11 juni in gemeenschapshuis De Slotjes in Oosterhout.

“Eigenlijk was er maar één logische plek voor een bijeenkomst over mobiliteit”, stelt fractievoorzitter Patricia Brunklaus in haar opening van de avond. “Op weg naar Oosterhout zag ik twee nagenoeg lege bussen rijden. In één beeld zag je daar het probleem gevangen: te veel Brabanders verkiezen nog steeds de auto boven de bus. Tegelijkertijd móeten er wel frequent bussen rijden tussen bijvoorbeeld mijn eigen woonplaats Raamsdonk en Oosterhout, omdat mensen zonder auto – zoals veel ouderen – zich anders nauwelijks kunnen verplaatsen. Van het stationloze Oosterhout naar Tilburg, Utrecht of Amsterdam reizen is ook een crime: in vergelijking met de auto ben je vaak twee keer zo lang onderweg.”

Dat Oosterhout geen spoorverbinding heeft is een historische vergissing, schetst Brunklaus. “De Langstraatspoorlijn van Lage Zwaluwe naar Den Bosch – in de volksmond ook wel Halve Zolenlijn genoemd – is na 1950 grotendeels veranderd in een fietspad. Nou is daar op zich natuurlijk niets mis mee, maar het is de doodsteek geweest voor de bereikbaarheid van deze streek.” Ook het goederenvervoer in Brabant laat volgens Patricia te wensen over. “Giftransporten denderen nu dwars door soms dichtbevolkt gebied. Je moet er niet aan denken dat er ooit iets gebeurd. “ Volgens Brunklaus reden genoeg om eens goed te kijken naar deze vervoersproblemen, die vooral de kleine kernen – waarvan Brabant er heel veel heeft – raken. “Wij zijn heel benieuwd naar mogelijke oplossingen, ook met het oog op ons programma voor de Statenverkiezingen van volgend jaar.”

Minder mobiliteit
Als iemand weet hoe het gesteld is met alle vervoersbewegingen is het Peter Bakker, commissielid in de gemeenteraadsfractie van GroenLinks Breda. Volgens Bakker – werkzaam als onderzoeker bij het Kennisinstituut Mobiliteitsbeleid en vanavond sprekend op persoonlijke titel – groeit het aantal auto’s nog steeds harder dan het aantal inwoners. “Het toenemende individualisme heeft ervoor gezorgd dat steeds meer mensen alleen in de auto zitten. Bovendien zorgt het toenemende aantal ouderen ervoor dat het aantal autokilometers groeit.” Tegelijkertijd vlakt de Nederlandse mobiliteitsgroei sinds 2005 af, vervolgt Bakker. “Alhoewel de auto nog steeds vervoersmiddel nummer één is, lijkt het autogebruik te stokken. Dat is vooral een gevolg van de crisis: het aantal vervoersbewegingen is daardoor gedaald, zowel in het personen- als het goederenvervoer. Bovendien studeren jongeren steeds langer en vinden ze minder snel een baan. Daardoor kopen zij ook pas op latere leeftijd een auto.”

Tegelijkertijd is en blijft Brabant een echte ‘autoprovincie’, schetst Bakker. “In Brabant vindt 78 procent van alle verplaatsingen per auto plaats, en ook op korte afstanden tot vijf kilometer is de auto dominant. Ter vergelijking: de trein is verantwoordelijk voor slechts 10 procent van het aantal afgelegde kilometers en 4 procent van het aantal verplaatsingen.”  In tegenstelling tot wat er gedacht – en gecommuniceerd – wordt, gaat er steeds minder geld naar de aanleg van wegen, vertelt Bakker. “Maar verder is er nog veel onduidelijk. Zet de afvlakking van de mobiliteitsgroei door? Breekt de elektrische auto wel of niet door? En: wat mogen we verwachten van zelfrijdende auto’s? Die ontwikkeling gaat sneller dan veel mensen denken, een bedrijf als Google experimenteert er volop mee.”

OV: ‘geen alternatief’
Tijd om de blik te verleggen naar het OV. “Het openbaar vervoer is landelijk gezien verantwoordelijk voor slechts een klein deel van het aantal kilometers”, schetst Bakker. “De reden: qua reistijd is het OV vaak geen goed alternatief. Pas als de reistijd maximaal anderhalf keer die van de auto is, zijn mensen bereid het OV te overwegen. In Brabant is het OV-gebruik nog minder. En dat terwijl 35 procent van de Brabanders binnen 500 meter van een OV-halte met een frequentie van minimaal vier keer per uur woont.” De toekomst van het OV hangt volgens Bakker af van de keuzes die we maken. “Investeren we in laagdrempelig OV dat veel mensen aanspreekt? Of willen we kost wat kost overal OV voor iedereen?”

Laatste kilometer
Aan het Bossche gemeenteraadslid Peter van Doremalen de beurt om – aanhakend op het door Bakker geschetste beeld – de aanwezigen enkele ‘noties over de toekomst’ mee te geven. Volgens Van Doremalen staan we voor grote veranderingen op het gebied van mobiliteit. “Op technisch gebied zien we grote verschuivingen op ons afkomen. Elektrisch vervoer is in opmars, auto’s worden kleiner en lichter, en software stelt ons in staat om gemakkelijk de verbinding met anderen te zoeken. Een mooi actueel voorbeeld is de app van het Amerikaanse bedrijf Uber, waarmee je via je smartphone snel en gemakkelijk een taxi kunt bestellen. En, Peter Bakker noemde hem ook al: de zelfrijdende Google Car. Het vervoer van de toekomst komt kortom naar je toe. De combinatie van techniek, gebruikersdata en een andere organisatie gaat volgens mij zorgen voor een revolutie op mobiliteitsgebied.” Ook voor het OV is er toekomst, denkt Van Doremalen. “Maar dan moet het OV wel evolueren: sneller, frequenter en met minder haltes. Ook zullen we een oplossing moeten vinden voor ‘de laatste kilometer’: het vervoer naar en van de halte. Dat blijkt nu vaak een bottleneck.”

BoschCar
Een mogelijke oplossing voor die ‘laatste kilometer’ is – op initiatief van GroenLinks – sinds kort te zien in de binnenstad van Den Bosch: de BoschCar. Van Doremalen: “Deze kleine elektrische wagentjes willen we plaatsen bij bushaltes en treinstations. Bezoekers en bewoners die minder ver kunnen of willen lopen, kunnen er – via een pasje – voor tien cent per kilometer gebruik van maken. Een laagdrempelige oplossing voor het laatste stukje van je reis, zeker nu er vanaf volgend jaar geen stads- en streekbussen meer door de Bossche binnenstad rijden.” GroenLinks wil de BoschCar bij wijze van proef laten rondrijden. “Aan het einde van het jaar weten we of de gemeente overgaat tot de aankoop van een aantal pilot-auto's. Proefrijders zijn in elk geval enthousiast.”

Innovatie
Tijd voor een afsluitende vragen- en ideeënronde. Hoe groot is bijvoorbeeld de milieuwinst van elektrisch rijden, vraagt een deelnemer zich af. Volgens Peter van Doremalen is dat voordeel er wel, maar is er maar één echt alternatief: zo veel mogelijk mensen de trein in krijgen. “Een auto, elektrisch of niet, heeft duizend kilo nodig om een persoon van pakweg zeventig kilo te verplaatsen. Daar biedt de e-auto geen oplossing voor.” Is gratis OV – zoals op sommige plekken in Vlaanderen – dan geen alternatief? Volgens Peter Bakker niet: verstokte automobilisten hebben er sowieso ‘geen trek’ in, en veel mensen gaan er vanuit dat gratis OV ‘wel helemaal vol’ zal zitten. Bovendien is het financieel niet haalbaar, zo tonen de ervaringen in België aan. Volgens Bakker moeten we echt naar “nieuwe concepten”. Daar sluit Peter van Doremalen zich bij aan: “Alleen de verbinding van techniek, data en organisatie kan zorgen voor innovatief, slimmer en schoner vervoer.”