Het Economisch Programma Brabant 2020 vertoont een spagaat tussen ambities en beleidsfictie aan de ene kant en de werkelijkheid aan de andere kant. Een en ander in de hoop op self-fullfilling prophecy en geldstromen vanuit Brussel en Den Haag. Plus een toefje verbinden, regisseren en andere schoons, zoals ‘sociale innovatie’ (in goed Brabants) om het proces te versnellen.
De hoofdambitie is om een technologische Topregio te worden, in de ogen van Theo Bouwman beter gezegd: te blijven. Zoveel nieuws is er niet onder de zon. Het voertuig dat daarbij gebruikt wordt zijn de heilig verklaarde clusters. Daar kleven minstens twee problemen aan:
1.Clustervorming is geen zaligmakende activiteit om toptechnologie te ontwikkelen, bedrijven te doen ontstaan of groeien, werkgelegenheid te creëren of duurzaam ondernemen te stimuleren. Zeker niet als clusters geografisch worden vastgelegd of bedacht. Netwerken bouwen is prima, maar gaan juist vaak over te enge grenzen van een gemeente of provincie heen. Zo blijkt uit analyses van economisch geografen van het PBL, Visser en Atzema, ter Wal, etc. Het hossana van Porter met zijn Sillicon Valley analyse is ondertussen wel verstomd. Pieken in de Delta zijn ondertussen ook een stille dood gestorven.
2. Uit de beschrijving van de clusters in het Economisch Programma blijkt goed hoe verschillend de genoemde Brabantse clusters zijn. Clusters van enige Europese importantie zijn de high tech (incl. med. systems), automotive (ZO Brabant), en agro/food (heel Brabant), chemie/pharma (heel Brabant). Laten we ophouden met het overprofileren van logistiek, leisure en sociale innovatie in M. Brabant. Of het overschatten van maintenance, logistiek en biobased in W. Brabant. Zo is logistiek is bij uitstek niet te vangen onder een clusterbenadering. Het gaat om corridors en regie. En die regie vindt steeds meer in Zwitserland plaats (om fiscale redenen)! Daar zitten de logistieke headquarters en daarop oriënteert Dinalog zich nou net niet (MKB). Een en ander blijkt ook uit de geformuleerde zwaktes van de beschrijvende analyse van de genoemde clusters in de bijlage.
Ons inziens is de formulering van de hoofdopgave van het Economisch Programma ‘Focus op de Top’ derhalve veel te zwak uitgewerkt en behoeft grote aanpassing. Derhalve ook niet rijp voor besluitvorming. Daarnaast is er voor deze benadering nog geen geld in zicht m.u.v. de energieagenda. En lang niet alle clusters vooroorzaken de veronderstelde bereikbaarheidsproblemen!
Niet overal zijn wegen nodig of opportuun.
De beste ambitie van Brabant is de formulering van maatschappelijke opgaven die om een oplossing schreeuwen, namelijk onze basisbehoeften: eten en drinken (duurzame agro/food keten), duurzame energie, slimme en schone mobiliteit en vergrijzing (gezond ouder worden, zorgeconomie). Die moeten juist veel meer op de voorgrond staan. Op weg naar een duurzame, groene Brabantse economie!!
Neem duurzame energie c.q. energietransitie. Al eerder heb ik aangetoond dat de energietransitie-doelstellingen niet gehaald worden in 2020. Dat komt o.a. omdat de ruime 70 miljoen euro die besteed worden aan zonneenergie, bio-economie en electrisch/slimmer rijden wel passen in de technologiestimulering voor resp. de high tech, de (groene) chemie en de automotive sector, maar voorlopig nauwelijks iets bijdragen aan de energietransitie en de groene werkgelegenheid in Brabant. U weet wel, die 20.000 banen! Om dat wel te bereiken zal zo snel mogelijk een fonds opgericht moeten worden om energieopwekking en –besparing te stimuleren. De Voorjaarsnota moet daar antwoord op geven, maar die hebben we nog niet. Kan de gedeputeerde hier een toelichting op geven. Wanneer, hoeveel, vorm, etc? (Motie achter de hand!)
Het tweede deel van het Economisch Programma is de ‘basis op orde’. En daar is o.a. middels het bestuursaccoord wel geld voor, ruim 50 miljoen euro. Voor arbeidsmarkt en onderwijs, bedrijventerreinen/innovatieve werklocaties, ondernemersschap, etc.
Met name de herstructurering van bedrijventerreinen en innovatieve werklocaties (voor nieuwe bedrijvigheid, wel of niet cluster gerelateerd) mag van ons duidelijk ambitieuzer. Hierover dienen we dan ook een motie in met een opdracht aan GS ten behoeve van het uitvoeringsprogramma in deze.
Voor GroenLinks is dit Economische Programma hooguit een koersdocument: het geeft de richting aan, is niet kaderstellend, zo niet te sturen en controleren. Derhalve zullen de uitvoeringsprogramma’s in de cie EZB besproken moeten worden (en niet alleen ter kennisgeving) met besluitvorming in de Provinciale Staten.