De Statenfractie van GroenLinks is van mening dat de intentie van de gemeente Helmond om op korte termijn gronden in het BZOB-bos uit te geven conflicteert met de structuurvisie. De gemeente Helmond dient eerst de 75 hectare op Varenschut te ontwikkelen en daarna pas Bemmer IV of het BZOB-bos uit te geven. Wij vinden daarom dat het College conform de structuurvisie de uitgifte van grond in het BZOB-bos een halt dient toe te roepen.
GroenLinks heeft de volgende vragen aan GS gesteld:
1. Is de ontwikkeling van het BZOB-bos al opgenomen in de Verordening Ruimte, is de EHS al herbegrenst en zijn er al voorbereidingen getroffen voor de natuurcompensatieopgave van 109 hectare?
2. Bent u op de hoogte van de motivering van de gemeente Helmond om gronden in het BZOB-bos uit te willen geven alvorens Varenschut te ontwikkelen? Komt de wens van de gemeente Helmond om prioritair gronden in het BZOB-bos te willen uitgeven soms voort uit de makkelijkere uitgeefbaarheid van het BZOB-bos en de lagere kosten die hiermee gepaard gaan?
3. Bent u met ons van mening dat het toewijzen, bestemmen en uitgeven van het BZOB-bos voor de ontwikkeling van een bedrijventerrein alvorens Varenschut volledig is uitgegeven niet conform de provinciale structuurvisie is? Zo nee, waarom niet?
4. Welke middelen staan tot uw beschikking om te voorkomen dat de gemeente Helmond gronden uitgeeft in het BZOB-bos alvorens Varenschut volledig is uitgegeven?
5. Bent u bereid alle mogelijke middelen aan te wenden om de gemeente Helmond er van te weerhouden om gronden in het BZOB-bos uit te geven als bedrijventerrein alvorens Varenschut volledig is uitgegeven? Zo nee, waarom niet?
6. Bent u met ons van mening dat het BZOB-bos gezien de omvang van de regionale voorraad aan bedrijventerreinen en de recreatieve en ecologische waarde van het gebied kan worden geschrapt als bedrijventerrein? Zo nee, waarom niet?