's-HERTOGENBOSCH - Het dagelijks bestuur van de provincie, Gedeputeerde Staten, vindt de belangen van de reiziger en de kwaliteit van het openbaar vervoer ondergeschikt aan de prijs die zij daarvoor wil betalen. Bovendien zijn GS schromelijk tekort geschoten in hun informatieplicht. Die conclusie trekt de Statenfractie van GroenLinks op basis van het onderzoeksrapport over de aanbesteding van het openbaar vervoer in Brabant.

Uit dat rapport blijkt dat GS op cruciale momenten de verkeerde besluiten hebben genomen, waardoor de continuïteit van het openbaar vervoer op korte en lange termijn in de verdrukking is gekomen. Bovendien informeerden GS het Brabantse parlement, Provinciale Staten (PS), onvoldoende en te laat over de gang van zaken.

Verder maakt het rapport duidelijk dat GS in 2004 voorafgaand aan het besluit om het openbaar vervoer in heel Brabant in één keer aan te besteden, het aanbestedingsproces onderschat hebben. Dit ondanks waarschuwingen en signalen van vervoerders, ambtelijke organisatie en de colleges in de grote steden om dit niet te doen.

 

Enige fractie

GroenLinks was bij het besluit in maart 2004 de enige fractie die GS adviseerde de aanbesteding te faseren, zodat er geleerd kon worden en de ambtelijke organisatie in het proces zou kunnen meegroeien. Doordat GS het openbaar vervoer in één keer uitbesteedde, ontstond er een chronisch gebrek aan tijd, waardoor de ene op de andere fout werd gestapeld. Dat leidde uiteindelijk tot chaos en twee mislukte aanbestedingen.

Toen op 27 juni 2007 duidelijk werd dat Connexxion niet voor haar oorspronkelijke bieding kon gaan  rijden, had het provinciebestuur volgens GroenLinks de beslissing uit moeten stellen om tot betere besluitvorming te komen. GroenLinks vindt het onbegrijpelijk dat GS met een gerust hart op vakantie gingen, terwijl zij hadden moeten beseffen dat door het afdwingen van de concessie voor een veel te lage prijs het busbedrijf voor een onmogelijke opgave werd gesteld.

 

Informatieplicht

Vervolgens namen Gedeputeerde Staten in de daarop volgende fase een veel te afwachtende houding aan. Daardoor brachten de provinciebestuurders de continuïteit van het openbaar vervoer in de hele provincie op zowel korte als lange termijn in gevaar. Daar komt nog bij dat GS niet alleen de evaluatie van de eerste aanbesteding aan Provinciale Staten heeft onthouden, maar de leden bovendien tot oktober 2006 in het ongewisse heeft gelaten over de tweede aanbesteding. GroenLinks trekt uit deze gang van zaken de conclusie dat GS schromelijk te kort zijn geschoten in de uitvoering van hun actieve informatieplicht.

 

College zat fout

Tijdens de plenaire vergadering van Provinciale Staten op 30 maart 2007 heeft Gedeputeerde Janse de Jonge (CDA) namens het college van Gedeputeerde Staten (GS) toegegeven dat het college fout heeft gehandeld door de aanbestedingsdossier na 27 juni 2006 op haar beloop te laten. Het college nam echter geen verantwoording voor het besluit dat zij op 27 juni heeft genomen. Dat is opmerkelijk, omdat Gedeputeerde Janse de Jonge wel toegaf niet op de hoogte te zijn geweest van het ambtelijke en juridische advies om de bieding van Connexxion ter zijde te leggen.

Om die reden dienden de oppositiepartijen, waaronder GroenLinks, een motie van afkeuring in. Die motie kreeg helaas onvoldoende steun. Wel voldoende steun kreeg een motie waarmee de aanbevelingen van de onderzoekscommissie nog eens aangescherpt werden. Als gevolg daarvan moeten nu alle aanbestedingsprocedures van de provincie geëvalueerd worden en moeten de verhoudingen tussen GS en de ambtelijke organisatie tegen het licht gehouden worden. Dit laatste is hard nodig om soortgelijke missers in de toekomst te voorkomen.