De verdeling van de cultuursubsidies vanuit de Provincie Noord-Brabant moet anders. Zoals het nu is geregeld is het systeem star en kan het de nekslag betekenen voor een aantal cultuurinstellingen. De Statenfractie van GroenLinks vindt het opmerkelijk dat Gedeputeerde Staten de lijn blijft volgen van de Rijksoverheid, en dat zij daarmee de positieve beoordeling van de adviescommissie van de kunsten in Brabant naast zich neer legt. 

Tijdens het Rondetafelgesprek Cultuurgelden vandaag bleek dat afgevaardigden van Brabantse cultuurinstellingen het belangrijk vinden dat de Provincie lef toont en ook los van het Rijk beslissingen moet nemen. Verder was er een breed gedragen oproep voor meer visie en samenhang. De wens werd uitgesproken dat Statenleden en de culturele instellingen vaker met elkaar in gesprek gaan, zodat iedereen beter van elkaar weet wat er daadwerkelijk speelt op de (theater-)vloer. Op die manier kan er een breed gedragen visie op de cultuursector komen waarin de Provincie een mooie rol speelt, los van het Rijk. Nu vallen bepaalde instellingen buiten de boot, terwijl de wil er is om juist jonge kunstenaars te helpen om hun plek in het veld in te nemen. De term subsidie wordt ook gezien als zwaarbeladen. Alsof de cultuursector haar hand ophoudt, terwijl ze belangrijk zijn voor samenhang in de samenleving. Subsidie kan ook gezien worden als investering in Brabant.



Provincie versus het Rijk

Bij de bespreking over de verdeling van de cultuursubsidies heeft GroenLinks Brabant aangegeven dat het systeem om de subsidies te verdelen niet meer aansluit bij de praktijk. GS stelt voor om ruim 400.000 euro uit te trekken voor die aanvragen die ook door het Rijk zijn gesubsidieerd. Het is mooi dat de provincie meer geld voor cultuur wil uit trekken, maar de culturele instellingen die door de Rijksoverheid zijn afgewezen, komen door dit voorstel nu ook niet meer in aanmerking voor een subsidie op provinciaal niveau. Ondanks een positieve beoordeling van de Brabantse adviescommissie. Bovendien kunnen ze pas over 4 jaar weer opnieuw een aanvraag indienen. Dit betekent dat de subsidiestroom volledig opdroogt en het vaak einde oefening is.



Daarnaast is de ruimte voor kunstenaars om te creëren en produceren in Brabant op lokaal en provinciaal niveau beperkt. GroenLinks Brabant wil weten welke rol sterke kunst- en cultuurinstellingen hier in kunnen spelen, en hoe het subsidiesysteem hier beter op ingericht kan worden. Het beoordelingssysteem beperkt dit nu en GroenLinks Brabant vindt het van belang dat GS niet zomaar de lijn van Den Haag moet volgen maar zelfstandig haar beslissing neemt in het belang van het levendig houden van het cultuurlandschap in Brabant.  Toewerken naar een systeem samen met de B5 ligt meer voor de hand.

Op verzoek van GroenLinks werd op vrijdag 7 april een zogenaamde Ronde Tafel (informatiebijeenkomst) gehouden waarbij de makers en instellingen van cultuur in Brabant hun verhaal zullen doen. Onder de aanwezigen zijn onder meer Viktorien van Hulst van Theaterfestival Boulevard, Piet Menu van Het Zuidelijk Toneel, Maurice van Dijck van Philharmonie Zuid en Timo de Rijk namens het Stedelijk Museum in Den Bosch.