Kiezers associëren GroenLinks niet snel met veiligheid en toezicht. Statenlid Hagar Roijackers: “Toch ijvert onze partij als sinds jaar en dag voor meer en beter toezicht op de regels door ondernemers. Naleving is te vaak nog slecht, en dat heeft zo zijn effect op natuur, gezondheid en omgevingsveiligheid.” GroenLinks wil daarom de taken voor toezicht en handhaving structureel borgen in de provinciale begroting. Zowat als enige partij, bleek uit debat. Zelfs 3 van de 4 coalitiepartijen wilden Gedeputeerde Handhaving, Van den Hout, daarin niet steunen…

In 2013 zijn de regionale milieudiensten opgegaan in de Omgevingsdiensten. Sindsdien is er een hoop getouwtrek over vergunningsverlening, toezicht en handhaving. De uitkomsten zijn niet in het voordeel van de omgeving. Waar je ook een peilstok steek in de Brabantse bodem, het water of in de lucht: de gemeten waarden zijn altijd slechter dan je zou verwachten op grond van de afgegeven milieuvergunningen. Met alle gezondheids- en milieueffecten van dien.

Op 27 oktober 2017 vroeg het college van GS aan Provinciale Staten om de structurele taakuitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving beschikbaar te stellen. Het gaat om ophoging van de uitgaven met € 2,5 miljoen in 2019 en € 6,2 miljoen jaarlijks vanaf 2020. Tot onze verrassing wilden 9 van de 11 fracties niet akkoord gaan met het voorstel tot structureel afdekken. Een VVD-amendement om het onderdeel ‘structureel’ te schrappen, werd breed ondersteund. Alleen GroenLinks en de SP (partij van Gedeputeerde Johan van den Hout) steunden niet. Een blamage voor GS: zelfs 3 van de 4 coalitiepartijen wilden de gelden niet structureel maken.

GroenLinks wil beter toezicht en betere handhaving van de kaders en regels die we met elkaar hier afspreken. Onze fractie krijgt bijna dagelijks verhalen van Brabantse burgers die gek worden van de natuur- en milieuovertredingen vanuit nabij gelegen ondernemingen en hoe slap de overheid hiertegen optreedt. We kijken ook naar het belang van ondernemers zelf. De goeden moeten niet leiden onder de kwaden. Ook al klinkt zo vaak de wens, ook hier in de Staten (denk maar aan de gesprekken rond de nieuwe Omgevingswet) tot ‘high trust, high penalty. In de praktijk wordt nog veel teveel gedoogd, blijft het bij een waarschuwing, legaliseren gemeenten achteraf situaties. Dan werk je onwettigheid bijna in de hand en doe je alles behalve de omgeving beschermen.

Goed dat we vorig jaar bij unaniem gedragen motie gevraagd hebben om de prestatie-indicatoren. Het is nu overduidelijk dat de wens tot spontane naleving van de vergunningen van 80% en het percentage aangetroffen ernstige overtredingen van 7% bij lange na niet gehaald worden. Zo blijkt maar een derde van de gecontroleerde ondernemers bodem en grondwater afdoende te beschermen.

Ook kritisch

GroenLinks bleef, ondanks de steun aan de Gedeputeerde, wel oppositioneel in het debat. Ook wij sloten ons aan bij de opmerkingen van andere fracties over het aanvullen van financiële tekorten vanuit de Omgevingsdiensten als gevolgd van uiteenlopend indexeren. En ons is nog veel te veel onduidelijk over de inspanningen en resultaten om de gezondheid, natuur en leefomgeving de komende jaren daadwerkelijk beter te beschermen.

Zo blijven de nieuwe taken als gevolg van de decentralisatie van de Wet natuurbescherming blijven buiten beschouwing in dit Statenvoorstel. En wij voorspellen dat er effecten zullen zijn vanuit de gewonnen klimaatzaak van Urgenda en Schone Luchtzaak van Milieudefensie. Het Rijk is allereerst aan zet. Maar hoe bereidt u zich hier ook in Brabant al op voor? Terecht buigt de Zuidelijke Rekenkamer zich hier binnenkort over.