Ondanks grote twijfels over de financiële risico’s voor de Provincie steunt GroenLinks de oprichting van het Life Sciences Park in Oss als antwoord op het verlies aan werkgelegenheid door de reorganisaties bij MSD/Organon. Daarom vroeg statenlid Theo Bouwman bij de behandeling van dit dossier in de Provinciale Staten om een scherpe monitoring van het aantal en de kwaliteit van de bedrijven (en hun businessplannen) die zich willen vestigen op het nieuwe park.

Medio 2010 maakte MSD/Organon bekend zwaar te willen reorganiseren, met een verlies van meer dan 2000 arbeidsplaatsen. Sindsdien is er veel werk verzet om onderzoek en productiewerk in Oss te behouden, uitmondend in de oprichting van het Life Sciences Park per 1 januari 2012.

De voordelen van het plan zijn met name het behoud van een groot deel van de werkgelegenheid, deels productiewerk, maar vooral kennisintensieve arbeid. Dat is van belang omdat Nederland een mondiale topspeler is in de sector van de ‘life sciences’, o.a. geneesmiddelen, zowel research en ontwikkeling als productie. Het is ook een van de topsectoren die door het Rijk en Europa worden ondersteund. Voor de regio Noordoost Brabant is het van belang het potentiële ‘cluster’ Food, Health en Farma vorm te geven en MSD als drager te behouden.

Tijdens een bezoek van commissieleden EZB aan LSP bleek dat er veel enthousiaste ondernemers-in-spe zijn die gebruik willen maken van de gebouwen en apparatuur van LSP. Er komt zelfs ultramoderne apparatuur bij, zoals een screening apparaat voor stoffen (uHTS), waarvan er slechts enkele in de wereld staan. Tevens hebben zich al een aantal bestaande bedrijven aangemeld. Kortom een hoopvol begin.

Toch wijst een commissie van wijzen er op dat er vele risico’s aan dit project kleven. Op de eerste plaats zal het project na een aanloopfase toch al vrij snel ‘kritische massa’ moeten krijgen, d.w.z. dat er toch al zo’n 150 tot 200 FTE bij betrokken dienen te zijn. Zo niet, dan vallen na verloop van tijd vertrouwen en synergie weg en is het de vraag of het concept van ‘open innovatie’ wel levensvatbaar is, zeker in een sector die zo globaal opereert en scherpe concurrentie kent.

Een ander risico dat de commissie constateert is, dat er in veel gevallen geen sprake is van volgroeide en volledige ‘business-plannen’. Buitengewoon tricky!

Op zich zijn dit al zeer kritische punten, maar het geheel moet natuurlijk gefinancierd worden en het gaat om veel geld (zeker uitgedrukt per FTE), namelijk 30,6 miljoen euro, waarvan 10,8 voor rekening van de Provincie.

Daarvan is 4,5 miljoen voor overname van de gebouwen (vastgoed), die bij mislukking van het project nauwelijks restwaarde zullen hebben.

De resterende 6,3 miljoen is voor de exploitatie van OLSP holding en enkele investeringen, in de vorm van een achtergestelde lening, zeg maar gerust een subsidie, omdat bij faillissement andere geldschieters voorgaan.

Tegen deze achtergrond vindt GroenLinks scherpe controle van groot belang. Binnen een half jaar na de start wil GroenLinks schriftelijk geïnformeerd worden over de stand van zaken m.b.t. toetreders (aantal nieuwe ondernemingen en aantal gevestigde ondernemingen met het aantal FTE’s), de kwaliteit van de businessplannen, inzicht in de synergie-effecten.