Afgelopen vrijdag, tijdens de behandeling van de begroting 2020 in Provinciale Staten, werd er wederom een voorstel op tafel gelegd met betrekking tot het loslaten van de deadline van 1 april, waarop boeren een vergunning moeten aanvragen om aan de (strengere) Brabantse milieueisen te voldoen. Deze motie werd door coalitiepartij CDA gesteund. Naar inzicht van de vier andere coalitiepartijen handelde de CDA-fractie daarmee solitair en in strijd met het bestuursakkoord.
De CDA-motie werd door het voltallige college van Gedeputeerde Staten ontraden en kon niet rekenen op de steun van de vier andere coalitiepartijen. Als reactie hierop zijn de beide CDA-gedeputeerden opgestapt, omdat zij naar hun opvatting niet meer geloofwaardig kunnen functioneren binnen de kaders van het door hen gesteunde bestuursakkoord. Wij respecteren deze keuze. De motie van het CDA werd overigens niet aangenomen, onder meer door de tegenstem van oppositiepartij SP.
Namens GroenLinks Brabant betreuren we de ontstane situatie en de opstelling van de fractie van het CDA. GroenLinks staat nog steeds achter het in juni vastgestelde bestuursakkoord en is en blijft voornemens dit de komende jaren te gaan uitvoeren. De komende weken zal binnen Gedeputeerde Staten de prioriteit worden gelegd om de stikstofcrisis van werkende oplossingen te voorzien. In het nieuwe jaar wordt gekeken hoe aan de rest van de bestuursperiode vorm wordt gegeven.