De fractie van GroenLinks heeft het recente voorstel van GS voor een Veilig en Weerbaar Brabant, voortgekomen vanuit het vorige college waar GroenLinks deel van uitmaakte, gesteund. Woordvoerder Michiel Philippart kraakte een aantal kritische noten over de effectiviteit van de maatregelen en wierp de vraag op of we niet veel integraler moeten kijken naar de toenemende multiproblematiek in Noord-Brabant op het gebied van veiligheid.  Hieronder zijn spreektekst.

In de nacht van 16 op 17 november 2012 kwam ik met mijn ouders rond twee ’s nachts terug thuis van een begrafenis in Italië. We woonden aan de Diamantring 148 in Woensel-Noord in Eindhoven. Nog geen twee uur later werd de overbuurman Aran de Jong, drugscrimineel uit welgestelde familie na korte vluchtpoging door de straat met meerdere kogels doodgeschoten. Anderhalf jaar geleden had ik op een haar na een mes in de zijkant van mijn nek. Toegegeven, dat laatste was in Colombia in een bruisende maar onveilige wijk, maar sinds een jaar zijn ook de Zuid- en Midden-Amerikaanse drugskartels crystel meth in Brabant aan het produceren, dus ik dacht ik sleep dat er ook met de haren bij.

Draagt dit voorstel bij aan een Veilig en weerbaar Brabant. Mijn fractie is daarvan overtuigd. Of we veilig en weerbaar zijn is, maar hoe je het bekijkt en met wat je het vergelijkt. Maar voor Nederlandse begrippen is Brabant niet veilig en weerbaar. Voor onze fractie is gezondheid inherent aan veiligheid. We hebben de slechtste lucht van Nederland en een van de slechtste van Europa, Brabanders hebben significant meer longziekten en de link tussen corona en luchtvervuiling wordt met de week harder. Brzo-bedrijven lappen massaal de regels aan hun laars met grote gevolgen voor ons water, bodem en natuur. Vele Brabanders zitten grote delen van het jaar in de stank, en met mest wordt massaal gefraudeerd, we zijn wereldleider xtc-productie met liquidaties en dumpingen tot gevolg, de georganiseerde misdaad professionaliseert en internationaliseert in rap tempo getuige de Mexicaanse drugskartels en gezondheidsbeleving van de Brabander is teleurstellend. De oprichting van de nationale politie is funest geweest voor onze lokale vertakking van de opsporingsdiensten en veiligheid in het buitengebied. Over verkeerdoden hadden we het al gehad. 

Omdat we relatief nieuw zijn op het veiligheidsterrein hebben we tijd nodig om met de partners onze rol en aanvullende waarde concreet te maken, aldus het statenvoorstel. Waar staat dit proces? Hoe wil de gedeputeerde de Staten betrekken in de ontwikkeling van dit domein en kaderstelling en investeringsagenda van de veiligheidsopgave? Wat valt er voor deze gedeputeerde allemaal onder veiligheid? Moeten we niet veel breder en meer integraal het thema van veiligheid gaan adresseren gelet op de multi-problematiek in Noord-Brabant? Welke multi-problematiek ziet de gedeputeerde in het veiligheidsdomein? Het verkeer is daarin een treffend voorbeeld. In geen provincie gaan zoveel mensen dood in het verkeer als bij ons, bijna een kwart van het totaal van Nederland. Zijn de oorzaken van alle gevallen intussen inzichtelijk zodat de 0 doden niet slechts een mooie ambitie blijft?

Als ik in de heldere memo van de gedeputeerde Van Pinxteren, overigens dank daarvoor, lees wat de extra personele inzet bij het SSiB aan explosie aan overtredingen, waarschuwingen, processen-verbaal, inbeslagnames oplevert, moeten we dan niet blijven opschalen totdat de curve van overtredingen afvlakt om de doelstelling van een veiliger buitengebied te bereiken? En bij de Omgevingsdiensten hetzelfde. Slechts 18 procent van de bedrijven hield zich aan de regels blijkt uit het jaarverslag van de dienst uit Midden en West-Brabant. En natuurlijk zijn sommige maar kleine overtredingen zoals het ontbreken van een brandblusser, maar de cijfers zijn zorgelijk. Graag een reactie.  Zijn we bereid en in staat om jaarrond op afstand te monitoren rond bedrijven en in het buitengebied? Of vinden we het buitengebied zo voldoende veilig gestut?

Politici, bestuurders, journalisten, advocaten, accountants, boeren, kwetsbare geldezels worden geïntimideerd, bedreigd, mishandeld en soms nog erger. Actielijn twee Veiliger buitengebied focust specifiek op kwetsbare vakantieparken, maar niet op sommige woonwagenkampen? Ziet de provincie hier een rol voor zich weggelegd? Of gebeurt dit vooral achter de schermen omdat door angst en intimidatie die ondermijning effectief is? We vragen ons wel hardop af of ruim 1 procent van het provinciale budget voldoende is om de problematiek adequaat aan te pakken in ons buitengebied. Graag een reactie.

De veiligheidsproblematiek is enorm in Brabant en wij vragen ons af of het voldoende is in onze prachtige provincie van ons-kent-ons cultuur, smokkeltraditie en talent voor oprekking van de regels. Doen we alleen genoeg om de multiproblematiek in onze provincie integraal aan te pakken?

Voorzitter dankuwel.