WEST-BRABANT - Een meerderheid in Provinciale Staten wil in de Willemspolder tussen Stampersgat en Steenbergen een groot glastuinbouwgebied ontwikkelen. De fractie van GroenLinks was en blijft hier faliekant tegen. Nut en noodzaak om in dit gebied glastuinbouw te ontwikkelen is nog steeds niet onderbouwd. "Het lijkt groen, maar het is niet groen", aldus fractievoorzitter Johan Martens.
De glastuinbouw groeit landelijk gezien niet. Dat de sector in beperkte mate in Brabant lijkt te groeien, wordt veroorzaakt door het feit dat hier de grond gesubsidieerd wordt aangeboden. Bovendien komt van de sanering van losse kassen nog steeds veel te weinig terecht. Juist omdat de uitbreidingsmogelijkheden op bestaande locaties verruimd zijn. Terwijl dit een belangrijk argument is om een nieuw glastuinbouwgebied te gaan ontwikkelen.
Wildgroei
Bovendien neemt Gedeputeerde Staten ook geen doelstellingen op hoeveel hectare van het gebied beschikbaar zal zijn voor Brabantse verplaatsers en evenmin criteria wanneer die bedrijven verplaatst zouden moeten zijn of worden. Het komt er op neer dat de glastuinbouw in het wilde weg gaat groeien en dat we in Brabant steeds meer te maken krijgen met overloop uit het Westland, terwijl er elders in Nederland ruimte die gereserveerd is voor glastuinbouw nog steeds braak blijft liggen.
Bovendien is sprake van concurrentievervalsing. Circa 9 miljoen euro uit het budget Inrichting Landelijk Gebied (ILG), een geldpot die met name bestemd is voor verbetering van het landschap, wordt ingezet om ondernemers naar deze locatie te lokken. "Uit het grondexploitatieplan blijkt duidelijk dat alle grondbezitters profiteren van dit gemeenschapsgeld", zegt fractievoorzitter Johan Martens.
Duurzaamheid
Groenlinks komt verder tot de conclusie dat de duurzaamheidambities door de provincie zijn losgelaten. "Zoals de plannen er nu liggen dreigt het een ouderwets glastuinbouwgebied en bedrijventerrein te worden. Het uitgangspunt dat door samenwerking van bedrijven er grote milieubesparende maatregelen en technieken kunnen plaatsvinden, wordt nergens vastgelegd. De beste landbouwgrond van Europa wordt ingeruild voor beton", stelt Martens.
Ook worden er volgens hem grote concessies gedaan op het gebied van lichtvervuiling. "Er mag vijf procent lichtuitstoot plaatsvinden. De mitigerende maatregelen uit het MER worden niet opgevolgd. Deze bevelen aan de lichtvervuilende kassen aan de weg te situeren, zodat de rest donker kan blijven. Zoals het er nu uitziet, is deze ontwikkeling zeer slecht voor vleermuizen."
Werkgelegenheid
Het argument werkgelegenheid snijdt volgens Martens ook geen hout. "Op deze locatie is er geen behoefte aan dit soort werkgelegenheid. Arbeidskrachten moeten van elders aangetrokken worden, waarschijnlijk van buiten Nederland. In deze plannen is geen rekening gehouden met de mobiliteitsgevolgen en de sociale problemen die hieruit kunnen voortkomen. Kortom, dat wat er uiteindelijk gaat gebeuren is veel minder duurzaam geworden, dan wat iedereen altijd is voorgespiegeld."