De provincie beslist uiteindelijk, maar gemeenteraden moeten niet denken dat zij geen invloed hebben. De gemeenten in de regio beslui­ten in de komende weken of ze voorstander zijn van de aanleg van de Noordoostcorridor, beter bekend als de Ruit om Eindho­ven. De Ruit bestaat uit twee aan elkaar verbonden projectdelen: de verbreding van de N279 tussen Veghel en de A67 bij Asten, en de aanleg van een nieuwe weg tus­sen Eindhoven en Helmond langs het Wilhelminakanaal. Voor veel gemeenteraadsfracties is de Ruit een lastig dossier.

Het is niet helemaal duidelijk wat de voordelen van de Ruit nu ei­genlijk zijn, behalve dat het vol­gens voorstanders goed zou zijn voor de economie in de Brain­port- regio. De nadelen zijn wel helder en worden onderkend door steeds meer omwonenden die hun woongenot bedreigd zien. Dat die omwonenden over een halfjaar naar de stembus mo­gen om een oordeel te geven over het gemeentebestuur, geeft het dossier een extra dimensie.

De Ruit leeft enorm in de regio, de opiniepagina’s van deze krant staan vol met opinieartikelen van vooral tegenstanders en we wor­den als statenleden steeds vaker benaderd door verontruste omwo­nenden en partijen die een be­lang hebben bij de aanleg van de Ruit. Een voorstander is oud-top­man van Bavaria Peter Swinkels, die als werkgeversvoorman in het ED liet weten de Ruit essentieel te vinden voor de toekomst van Zuidoost-Brabant. Buiten het be­drijfsleven lijken er echter weinig voorstanders van de Ruit te zijn.



Het is begrijpelijk dat mensen zich zorgen maken. De N279 bij de Helmondse wijken Dierdonk, Brouwhuis en Rijpelberg wordt drieënhalf keer zo druk als nu het geval is en in Aarle-Rixtel krijgen ze een nieuwe weg in hun achter­tuin. Omwonenden maken zich zorgen omdat huizen minder goed verkoopbaar dreigen te wor­den en zo’n drukke weg op lange termijn aantoonbaar negatieve ef­fecten heeft op de gezondheid.



Men zou gezien de enorme kos­ten (minimaal 850 miljoen euro) en grote ruimtelijke impact ver­wachten dat er goede redenen zijn om de Ruit aan te leggen. De provincie wil de Ruit om de be­reikbaarheid in de regio te verbe­teren. Maar lukt dit wel met de huidige plannen? De A270 blijft als directe verbinding tussen Eindhoven en Helmond even druk als nu het geval is, waardoor de bestaande problemen niet wor­den opgelost. Wel wordt waarde­volle natuur in het Dommeldal opgeofferd en komt er ondanks eerdere afspraken geen tunnel.



De ecologische en daarmee ook een deel van de recreatieve waar­de van het Dommeldal en verder oostelijk het gebied aan het Wil­helminakanaal zal verdwijnen.



De verbrede N279 zal meer door­gaand verkeer aantrekken, wat en­kel overlast en geen voordelen op­levert. Ook de effecten op het lo­kale wegennet lijken geen overtui­gende reden om de Ruit aan te leggen. Op sommige plekken in de regio wordt het lokale wegen­net door de Ruit minder druk, maar op andere plekken worden de gemeentelijke wegen juist weer overbelast door de Ruit. In Eindhoven wordt bijvoorbeeld de Kennedylaan door de Ruit druk­ker dan nu het geval is, terwijl de Sterrenlaan minder druk wordt.



De verkeerskundige voordelen van de weg staan niet in verhou­ding tot de enorme kosten en de aantasting van de leefomgeving en de natuur. De veranderde om­standigheden zijn een goede re­den om de plannen te heroverwe­gen. De economische crisis heeft de verkeersgroei teruggedrongen; technologische ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit zor­gen ervoor dat binnen enkele ja­ren de wegen veel beter benut kunnen worden; het nieuwe wer­ken is in opkomst en jongeren rij­den minder vaak auto. Het Plan­bureau voor de Leefomgeving con­cludeerde in juni dat de automobi­liteit na 2020 niet meer groeit en dat tot 2020 slechts mondjesmaat doet. De verwachting van de pro­vincie, dat de verkeersgroei in Zuidoost-Brabant enorm zal zijn, is dus niet realistisch.



Gezien deze argumenten roepen wij alle gemeenteraden en colle­ges van B enWop om kritisch te blijven kijken naar nut en nood­zaak van de Ruit. Van gedeputeer­de Ruud van Heugten mag niet meer over de noodzaak van de Ruit worden gesproken, maar wij zijn van mening dat het de plicht van iedere volksvertegenwoordi­ger is om in elke fase van het be­sluitvormingsproces kritisch te blijven. Als een investering in een weg niet meer voldoende effect heeft, maakt voortschrijdend in­zicht het noodzakelijk om de Ruit een halt toe te roepen en de ver­keersproblemen met kleinere en goedkopere maatwerkoplossingen aan te pakken.



Een veelgehoord geluid in de ge­meenteraden is dat de gemeenten geen invloed op de Ruit hebben, omdat de provincie toch bepaald of het project doorgaat. Het is in­derdaad zo dat provinciale staten uiteindelijk besluiten of de Ruit wordt aangelegd, maar de gemeen­teraden hebben wel degelijk grote invloed op dat besluit. Voor de fracties in provinciale staten is draagvlak in de regio een heel be­langrijk argument. 



Theo Bouwman (GroenLinks), Ingrid Oomen (D66) en Stijn Smeulders (PvdA) zijn lid van provinciale staten van Brabant.