We zijn het niet geworden”, kregen we op het provinciehuis te horen op 6 september j.l. De titel Culturele hoofdstad 2018 is aan de neus van Brabant voorbij gegaan. Leeuwarden is met de eer gaan strijken. Voor het provinciebestuur en de bestuurders van de B5 was dit een grote onverwachte tegenvaller. In deze tijden dat er al zo op cultuur is bezuinigd, was dit een lichtpunt voor vele cultuurmakers en –genieters in Brabant. GroenLinks heeft in de Provinciale Staten aangedrongen op een evaluatie van het proces. Deze werd afgelopen vrijdag besproken. Bovendien maakt GroenLinks zich zorgen over de toekomst van de cultuur in Brabant. Het lijkt of alles is stil komen te staan. En stil staan is achteruit gaan. De B5-steden hebben inmiddels op diverse manieren ook hun zorgen al geuit.
GroenLinks heeft vorig jaar heel erg getwijfeld of zij zich positief zou opstellen bij het voorstel voor de kandidaatstelling. Na veel wikken en wegen hebben wij voorgestemd omdat wij er overtuigd van waren geraakt dat hiermee in tijden van extreme bezuinigingen een impuls gegeven kon worden aan de cultuur met een grote en kleine K in onze provincie. Wij betreuren dat het niet is gelukt om de titel te veroveren. En wij betreuren de terugslag in het culturele veld die nu al zeer merkbaar is. Vanaf 2009 is met de B5 gewerkt aan het verkrijgen van de titel en alle plannen werden daaraan opgehangen. De steden en de provincie maakten 100 miljoen vrij om te investeren in BCH2018.
Nu het niet doorgaat, verbaasde ik mij erover dat de gevolgen van het mislopen van de titel voor de culturele toekomst van Brabant niet in beeld is gebracht en er geen plan B is opgesteld. Het is immers steeds duidelijk geweest dat een deel van de cultuur in Brabant de financiën van BCH heel hard nodig heeft om de komende jaren door te komen. De onrust en onzekerheid, het steeds meer wegvallen van een aantal onderdelen uit de culturele keten in Brabant lijkt nu de erfenis te worden van het mislopen van de titel. GroenLinks vindt dit een zeer zorgelijke situatie en wij willen GS oproepen om samen met de B5 snel een plan uit te werken.
Nu naar de verantwoording. Kunnen wij daar mee instemmen?
Wij vinden de evaluatie erg algemeen, zeer beschrijvend, met weinig zelfreflectie en zelfkritiek. Intussen heeft doorvragen in de commissie opgeleverd dat dit een verantwoording is van alle partners (dus van de B5 en de provincie) en niet specifiek van GS. Eigenlijk hebben we er weinig aan deze verantwoording voor de toekomst. Wel blijven we zitten met een aantal vragen, waar we graag de mening van GS over hadden gehoord.
Vragen zoals: “Is de opzet dan toch te ambitieus en te veel naar binnen gericht geweest? Leende de gekozen methode van de proeftuinen zich hier wel goed voor en was de artistieke leiding de juiste?”
GroenLinks begrijpt de kritiek van de jury dat er een te geringe band was met de Europese regioprogramma's. Wij vinden dit echt een gemiste kans, zeker vanwege de Brabantse ligging. De jury vond de opstelling van Eindhoven te globaal gericht en te weinig Europees. Misschien was de keuze voor Eindhoven niet de juiste, maar ook daar spreekt GS zich niet over uit. Trok de jury daar de conclusie uit dat het programma te weinig bottom-up was met te weinig draagvlak? En is dit wel terecht? Met deze opvatting is GroenLinks het in ieder geval minder eens temeer daar het motto "De kunst van het samenwerken" was en daarmee in heel Brabant, in de kunstensector, opnieuw verbindingen gelegd zouden gaan worden.
Het mislopen van de titel is heel jammer. Er is een kans aan Brabant voorbij gegaan om positie te pakken. Jammer voor al die mensen in Brabant die zich warm hebben gelopen en nu toch wel van een koude kermis zijn thuis gekomen.