DEN BOSCH - De provincie gaat een regionaal overlegorgaan instellen om ervoor te zorgen dat aanleg van de spoorlijn Breda-Utrecht langs de A27 in de toekomst mogelijk blijft. Ook is het tracé van de toekomstige spoorlijn opgenomen in de provinciale structuurvisie en in de Gebiedsagenda Brabant.

Het opnemen van de spoorlijn Breda-Utrecht is een reactie op het rapport 'Spoorboekje A27'. In dat 'spoorboekje' wordt gesteld dat aanleg van de spoorlijn tegelijkertijd met verbreding van de A27 om technische en financiële reden niet haalbaar is. Aanleg van het spoor is wel gewenst, maar kan pas na 2020, zo concludeerde de commissie Nijpels in haar 'spoorboekje'. In een motie, die unaniem werd gesteund door alle fracties in Provinciale Staten, om de aanleg van de spoorlijn langs de A27 zeker te stellen.

Om te voorkomen dat er in de tussentijd belemmeringen ontstaan voor de aanleg van de gewenste spoorlijn, is met de instelling van het regionaal overlegorgaan geborgd dat de spoorlijn later kan worden aangelegd.  Bij het overlegorgaan worden ook de andere provincies en gemeenten betrokken die in het betreffende gebied liggen. Gedeputeerde Van Nieuwenhuizen wordt voorzitter.

"Uitkomst van het rapport van Nijpels is dat dit traject absoluut genoeg potentie heeft. Het is vooral een kwestie van geld en politieke wil. Gebrek aan het eerste was vooralsnog de reden dat de politieke wil wat getemperd wordt. Het is daarom een belangrijke stap naar daadwerkelijke aanleg", aldus commissielid Paul Smeulders van GroenLinks.