GroenLinks vindt het onacceptabel dat economische belangen hebben geprevaleerd boven het belang van de volksgezondheid en dierenwelzijn bij de bestrijding van de Q-koorts. Uit het rapport van de Evaluatiecommissie Q-koorts, dat 14 januari in de commissie Ruimte en Milieu is besproken, blijkt dat de bestrijding van de Q-koorts niet
doortastend genoeg is aangepakt door de overheid. Zo is de agrarische sector nauwelijks aangesproken op haar verantwoordelijkheid door de overheid.

Johan Martens, fractievoorzitter van GroenLinks in de Staten: “In alle discussies over de
Q-koorts hebben wij gevraagd of het belang van de volksgezondheid voorop stond. Uit de
evaluatie blijkt dit niet het geval te zijn geweest. Duizenden mensen zijn ziek geworden
van de Q-koorts en tienduizenden dieren moesten worden geruimd. Dit had nooit mogen
gebeuren”.

Volgens Martens moet het ministerie van Volksgezondheid de leiding krijgen om uitbraken van gevaarlijke dierziekten te bestrijden. “Met meer doorzettingsmacht kan dat ministerie de leiding nemen bij de bestrijding van dierziekten. De Evaluatiecommissie heeft dit ook voorgesteld. Helaas neemt dit kabinet dit voorstel niet over.”

Wat GroenLinks betreft is de gezondheid van mensen meer waard dan een landbouwsector die ten koste van mensenlevens op een wereldmarkt moet concurreren. Zelfs nu de harde cijfers over het aantal doden en besmettingen door Q-koorts bekend zijn, blijven economische belangen zwaarder wegen. De problemen met dierziekten moeten bij de bron worden aangepakt. Dat betekent het stoppen met de bouw van megastallen en de intensieve veehouderij. De biologische landbouw, die veel meer recht doet aan de natuurlijke behoeften van dieren, verdient daarentegen juist extra steun.