In de statenvergadering van december hebben we de energieagenda 2019-2030 vastgesteld. Wij hebben aangegeven dat we als GroenLinks al vele jaren pleiten voor een gezonde planeet met een veilig klimaat. We zijn de eerste generatie die de gevolgen van klimaatverandering merken en de laatste die haar kunnen stoppen.

Dit urgentiebesef werd recentelijk nog eens onderstreept in de klimaatstrategie van de Europese Commissie. Zelfs de beroepsvereniging van economen geeft aan dat wachten met maatregelen tegen klimaatverandering leidt tot grote schade en hogere kosten in de toekomst. Daarnaast bieden de maatregelen kansen om onze economie te vergroenen. Zeker in ons innovatieve Brabant. Want laten we ook even vaststellen. Als provincie Brabant zijn we niet de koploper in de energietransitie. We halen onze eerder gestelde doelen niet en zullen dus voortvarend aan de slag moeten gaan.

Dat doen we niet alleen.

Dat doen we zeker samen met de 56 energiecoöperaties in Brabant die maken dat we als provincie een koploper zijn op het gebied van zonne-energie. Zij maken waar dat omwonende van lokaal opgewekte energie niet alleen de lasten dragen maar juist de mogelijkheid krijgen om te profiteren van de lusten van de opwek. Zij informeren inwoners over de mogelijkheden om energie op te wekken en te besparen. Daarom zijn wij als GroenLinks blij dat er in de energieagenda aandacht is voor energiecoöperaties, het energiehuis en energierechtvaardigheid. Dat burgers meedoen en meeprofiteren.

De energieagenda is breed opgezet en geeft richting aan de uitvoeringsprogramma’s die nog moeten worden vastgesteld. In de energieagenda zijn 8 principes opgenomen voor de energietransitie. Als GroenLinks hebben we daar, via een motie, een 9de principe aan toegevoegd Namelijk doelgericht werken. Dit hebben we gedaan omdat een les uit de evaluatie van de energieagenda 2010-2020 is het formuleren van eenduidige beleidsdoelen en meetbare interventies.

Een aanbeveling uit het themaonderzoek is dat als de provincie meer sturing wil geven aan de energietransitie in ieder geval doelstellingen, criteria en tijdspaden beter op elkaar moeten worden afgestemd. En er een vraag is naar eenduidige sturing vanuit de provinciale overheid. Voor het monitoren van de energietransitie, meten van de voortgang van de uitvoeringsprogramma’s het van belang is dat vanuit concrete doelen te doen. Met dit principe van doelgericht werken willen we bewerkstelligen dat in de uitvoeringsprogramma’s de concretere kaders en doelen zullen worden opgesteld per transitiepad.

Als GroenLinks willen we aangeven dat we tevreden zijn over het feit dat er een energieagenda is opgesteld. We hebben echter bij de transitiepaden nog wel wat kanttekeningen. Vooral op het transitiepad industrie. Juist daar kan samen met de grootste energievragers de meeste winst geboekt worden in het terugdringen van de CO2. Dat vraagt niet alleen een provincie als stimulator, initiator en regisseur maar ook als handhaver en aanspreker.

Wij willen een provincie Brabant zien die proactief de rol als koploper in de energietransitie gaat oppakken. De versnelling nog meer tempo geven. Voor ons kan dat niet snel genoeg. Als GroenLinks willen we daar onze bijdrage aan geven en wij kijken uit naar de uitwerking van de uitvoeringsprogramma’s.