DEN BOSCH - De commissie Economie, Mobiliteit en Grote Stedenbeleid heeft op donderdag 26 juni tijdens een extra vergadering gesproken over de gestegen brandstofprijzen, waardoor de busmaatschappijen in financiële problemen kunnen komen. De provincie heeft besloten de busbedrijven te compenseren voor de gestegen prijzen.

Iedereen heeft te maken met de onverwacht snel gestegen brandstofprijzen. Busmaatschappijen als Veolia en Arriva - de bedrijven die namens de provincie Noord-Brabant het busvervoer verzorgen - kunnen deze onverwachte prijsstijging, niet door berekenen aan hun klant, de provincie. Zij hebben namelijk een contract gesloten, waarin staat dat ze voor een vaste prijs het openbaar vervoer verzorgen. Het gevolg is dat deze bedrijven verlies gaan maken op hun ritten.

Compenseren
Een verliesmakende vervoerder betekent verdere verslechtering van het openbaar vervoer. Een vervoerder zal de gestegen kosten elders proberen te compenseren. Zeker in Brabant is dit het geval. In onze provincie zijn de vervoerders niet zelf verantwoordelijk voor de opbrengsten vna het openbaar vervoer. Dat betekent dat zij zullen bezuinigen ten koste van reizigers (mits ze aan contractvoorwaarden blijven voldoen).


Door deze constructie in het contract op te nemen, heeft de provincie Noord-Brabant bij de aanbesteding in 2006 een grote fout gemaakt. In feite zijn de reizigers géén klant van de vervoerders, maar van de provincie. In feite komt het erop neer dat de provincie ervoor moet zorgen dat de vervoerders op een gezonde manier kunnen opereren en dus geen verlies lijden op hun concessie. Daardoor is compensatie van de gestegen brandstofkosten door de provincie onvermijdelijk.


Doemscenario
Volgens GroenLinks dient de provincie een zo reëel mogelijke inschatting te maken van de extra kosten van de vervoerders. Het is immers een doemscenario wanneer OV-bedrijven in financiële problemen komen, zodat ze geen openbaar vervoer meer kunnen aanbieden. "Ook als het minder ver gaat, is dat onwenselijk", zegt commissielid Paul Smeulders van GroenLinks. "Onrust onder het personeel kan opnieuw leiden tot stakingen. Dat zou erg kwalijk zijn voor het imago van het openbaar vervoer."


Paul Smeulders zegt dat de provincie deze kosten moet kunnen dragen. "De provincie is met de huidige concessie veel goedkoper uit vergeleken met haar voorgangers. Dan moet compenseren financieel ook kunnen." Provinciebestuurder Annemarie Moons (PvdA) kwam tijdens de vergadering met het bericht dat de rijksoverheid de komende anderhalf jaar 16 miljoen euro extra gaat investeren in het openbaar vervoer. Met dat bedrag kunnen de financiële gevolgen de komende anderhalf jaar binnen beperken worden gehouden.


Basisvoorziening
De vraag is wat er moet gebeuren als de brandstofprijzen blijven stijgen? Gaat de provincie dan opnieuw compenseren? Die vraag wordt eind van dit jaar beantwoord, wanneer Provinciale Staten zich opnieuw over de kosten van het Brabantse busvervoer gaat buigen. De visie van GroenLinks is helder: openbaar vervoer mag geen onbetaalbare luxe zijn. Het is een primaire basisvoorziening die mensen de gelegenheid biedt snel en efficiënt te reizen tussen wonen, werken en recreëren. De kwaliteit van het openbaar vervoer moet dan ook in alle gevallen voorop staan.