GroenLinks is tevreden over het proces dat gelopen is om tot dit kader te komen. Er is een uitgebreide ronde gemaakt naar allen in Brabant die onze provincie inderdaad levendig maken om daar meningen en ideeën op te halen. Wij hechten veel waarde aan die inbreng uit onverwachte, maar ook verwachtte hoeken. Onder die laatste groep de inbreng van Kunstloc, Erfgoed Brabant, Brabant C en de Kunst van Brabant.

Maar wij zijn minder blij met de inhoud omdat cultuur, erfgoed, sport en vrijetijdsbesteding in dit kader op één hoop worden geveegd. Wij zien cultuur niet als de kers op de taart, maar de bodem van de taart. Wij zijn als erfgenamen verantwoordelijk voor ons o zo waardevolle erfgoed. En natuurlijk zorgt zelf sporten voor gezonde en frisse Brabanders. Waar relaties gelegd kunnen worden tussen deze thema’s juicht GroenLinks dat toe. Wij zijn niet overtuigd van de noodzaak deze thema’s onder één paraplu te brengen en hopen dan ook dat GS in de uitvoering daar rekening mee houdt en bijvoorbeeld cultuur als eigenstandige kwaliteit blijft behandelen. Belangrijk voor de makers én het publiek.

Een andere zorg van GroenLinks betreft de flinke kortingen op de budgetten voor erfgoed en cultuur. Wij rekenen erop dat straks in de nieuwe bestuursperiode het budget van cultuur en erfgoed weer naar het niveau gebracht gaat worden waarop het hoort. De bekende uitspraak van Churchill, toen er tijdens de tweede Wereldoorlog gedreigd werd te korten op de investering in cultuur: ‘then what are we fighting for’, spreekt ook in deze voor veel mensen angstige tijden, voor zich.

De impact-analyse die bij de stukken zit spreekt hier ook boekdelen. De verlaging van de financiële middelen is een risico voor de staat van het culturele ecosysteem omdat er te weinig exploitatie-ondersteuning over blijft. En de focus op top-aanbod zorgt voor een aanbod dat zich niet richt op alle Brabanders.

Ook de zorg die de impact-analyse verwoord over de aandacht van gemeenten voor erfgoed deelt GroenLinks. Juist op dit onderwerp is provinciale inbreng en sturing noodzakelijk. Tenslotte maakt de impact-analyse, net als het terugkerende rapport De Waarde van Cultuur, duidelijk dat wij als provincie een middenmoter zijn in de uitgaven aan erfgoed en cultuur. En dat staat in schril contrast tot de hoge ambities die we hebben op verschillende economische ranglijstjes. Terwijl we weten dat voor Brede Welvaart, en dat is waar we met zijn allen naar streven, de economische, ecologische én sociaal/culturele dimensies in balans moeten zijn.

Kortom het beleidskader vinden we inhoudelijk goed, maar de financiering schiet tekort. En daar moeten we in de komende bestuursperiode mee aan de slag. Want nogmaals, cultuur is niet de kers, maar de bodem van de taart.