De GroenLinks-fractie is akkoord gegaan met de koers Mobiliteit tot 2030 van dit college van Noord-Brabant. In tegenstelling tot andere visiedocumenten stond asfalt niet centraal, maar juist gedeelde mobiliteit, fietsen, bereikbaarheid van dorpen en steden. GroenLinks-Brabant heeft zich ingezet om per motie een onderzoek naar kilometerheffing te initiëren, maar ondanks een neutraal oordeel van gedeputeerde Christophe van der Maat maakte de motie geen schijn van kans in de overwegend rechtse Staten van Brabant. Hieronder leest u de spreektekst van woordvoerder Michiel Philippart. 

Een voor de mensen goed werkende overheid zou op het gebied van voedsel, wonen en verplaatsen garanties moeten bieden. Eten hebben we voldoende, maar op het gebied van wonen en verplaatsing is de werkelijkheid in ons land weerbarstiger. Het is een basistaak van de overheid en ons als politici om woon- en vervoersarmoede te voorkomen. Voor mensen zonder auto, een kwart van de Brabanders, ligt voor sommige vervoersarmoede op de loer. Zeker in de dorpen in Brabant. De helft van de busverbinding rijdt momenteel niet, de concessies zijn door corona onzeker geworden en. Deelt de gedeputeerde dit?  

Via landbouwsubsidies, sociale huurwoningen en openbaar vervoer subsidiëren overheden deze drie belangrijke pijlers van de samenleving. Het is zaak om niet onder de ondergrens te zakken Basistaken mogen iets kosten en hoeveel niet rendabel te zijn. Maar hoeveel mag iets kosten? Miljarden aan asfalt en openbaar vervoer zijn niet dekkend en zullen dat ook niet worden. Vindt de gedeputeerde vervoersarmoede onacceptabel in onze provincie? 

Hij schrijft dat ons mobiliteitssysteem op allerlei wijzen tegen zijn grenzen aanloopt. Het vraagt om een omslag in denken en handelen, aldus de eerste zin van het Statenvoorstel. Een goede bereikbaarheid is en blijft immers cruciaal voor het functioneren van onze maatschappij en economie. Betekent dit voornamelijk bij wegen dat we files moeten voorkomen en voor openbaar vervoer dat iedereen er toegang toe moet hebben? Graag reactie. GroenLinks heeft een kritisch positieve grondhouding naar de Koers 2030, maar we gaan 55 miljoen euro extra toevoegen aan de vele tientallen miljoenen die we er jaarlijkse al standaard insteken, en de devil zit in het detail, en uitvoering.   

Welke garanties kan de gedeputeerde geven voor het openbaar vervoer het opvangen van de magere jaren? Als vervoersarmoede onacceptabel is, waar ligt volgens hem de ondergrens? En hoe maakt hij deze keuze? Financieel in de zin van dat een ritje met de bus niet duurder mag worden dan X, of dat iedereen op bepaalde afstand OV tot zijn beschikking heeft? Graag reactie. En kan hij aangeven hoe de 55 miljoen grofweg wordt verdeeld over de regio’s en over fiets, OV en auto?  

Dan wegen. De gedeputeerde schrijft dat hij de Brabanders in staat wil stellen flexibele en bewuste keuzes te maken over het vervoersmiddel, en tijdstip dat men wil gebruiken. Geldt dat laatste ook voor automobilisten. En zo ja, in welke zin? Een regionale kilometerheffing is zinloos, maar hoe zou een landelijke kilometerheffing ondersteunend kunnen zijn aan deze visie? Zou de gedeputeerde daar, even los van de politieke gevoeligheid van het onderwerp, over willen reflecteren? Zoals ik het document lees sluit het perfect aan op deze visie. Verder wil ik de gedeputeerde bedanken en complimenteren voor het stuk.