In Provinciale Staten is het nieuwe koersdocument voor beregening besproken. Om de doelen van de droogteagenda te halen, is afgesproken het beleid aan te scherpen. Zo zorgen we ervoor dat er ook in de toekomst voldoende water beschikbaar blijft voor natuur, drinkwaterwinning en landbouw. Een andere belangrijke afspraak uit de droogteagenda is de aanpak van zogenoemde ‘kleine’ grondwateronttrekkingen. 

GroenLinks en PvdA vinden het essentieel dat er nu én in de toekomst voldoende water is. Daarom is het noodzakelijk om de sterk stijgende watervraag voor beregening te stoppen en in de komende jaren fors terug te dringen. Vanuit die overtuiging ondersteunen wij het nieuwe beregeningsbeleid. De waterschappen zijn verantwoordelijk voor de uitvoering hiervan. 

Met de nieuwe aanpak wordt een hydrologische ondergrens vastgesteld voor natuurgebieden. Dit betekent dat er niet meer grondwater mag worden onttrokken dan de natuur aankan. Deze ondergrens geldt voor Natura 2000-gebieden en Natte Natuurparels. Het doel is om het totale watergebruik voor beregening terug te brengen van 100 miljoen naar 70 miljoen kubieke meter, uiterlijk in 2033. Daarnaast worden bedrijven via het Bedrijf Bodem- en Waterplan (BBWP) gestimuleerd om maatregelen te nemen, zoals bodemverbetering, meer water vasthouden en minder water afvoeren. 

GroenLinks en PvdA hebben daarbij wel zorgen geuit over de vraag of de afname van de beregening snel genoeg gaat om kwetsbare natuur daadwerkelijk te laten herstellen. Gedeputeerde Boelema heeft toegezegd dit te laten onderzoeken, met natuurherstel en het aanvullen van het grondwater als centrale uitgangspunten. Ook de zogenoemde kleine grondwateronttrekkingen zijn nu beter in beeld. Waterschappen hebben gevraagd om deze onttrekkingen te melden, zodat duidelijk wordt hoeveel water er daadwerkelijk wordt gebruikt. Het gaat hierbij om waterputten van particulieren en om kleinere agrarische en bedrijfsmatige onttrekkingen. De term ‘klein’ is daarbij wat misleidend. Het gaat om onttrekkingen tot 10 kubieke meter per uur. Ter vergelijking: een gemiddeld huishouden gebruikt ongeveer 120 kubieke meter drinkwater per jaar. 

Uit onderzoek blijkt dat er in Brabant ongeveer 65.000 van deze putten zijn. Samen onttrekken zij jaarlijks ongeveer 41 miljoen kubieke meter grondwater. Dat is een enorme hoeveelheid, die bijdraagt aan verdroging van natuur en dalende grondwaterstanden. Daarom wordt nu beleid ontwikkeld om deze onttrekkingen te beperken en te onderzoeken op welke manier dit watergebruik eerlijk kan worden belast. Zo nemen we verantwoordelijkheid voor ons watergebruik, beschermen we kwetsbare natuur en zorgen we dat er ook in de toekomst voldoende water beschikbaar blijft.